5.8.5 Vertrektemperatuurregeling in functie van de buitentemperatuur - met digitale klokthermostaat WUT 1.0
De stookkenlijn wordt als grenskenlijn aangegeven. De
eigenlijke instelwaarde van de vertrektemperatuur wordt
bepaald door de klokthermostaat. Bij een langere warmte-
vraag wordt de vertrektemperatuur verhoogd met 10 K.
Parameters in het instelniveau :
3. Stookbedrijf aan, pomp met naloop
4. Gewenste maximale vertrektemperatuur T
minimale buitentemperatuur T
5. Voetpunt van de vertrektemperatuur T
vertrektemperatuur van 22° C (aanbeveling 35° C)
6. Minimale buitentemperatuur T
vertrektemperatuur overeenstemt met de T
7. Zomerafschakeling
8. Parallelverschuiving van T
0 zetten
d. 0 ... voor ruimtethermostaat
f. Tijdsconstante Boosterfunctie (aanbeveling 20 min.)
De aangesloten NTC-buitentemperatuurvoeler
(- weishaupt - toebehoren) wordt automatisch herkend,
instelling van een parameter is niet nodig.
Buitentemperatuurvoeler aan de klemmen 22/23 : zie
schakelschema.
Op de WUT 1.0 kan een weekstookprogramma ingesteld
worden. Door instelling van de gewenste
ruimtetemperatuur voor dag- en nachtbedrijf kan een
verlaging van de temperatuur gerealiseerd worden.
Snelle opwarming (Booster-functie)
Indien de thermostaat (gesloten contact) langer warmte
vraagt als de onder lijn F ingestelde tijd, dan wordt de
ingestelde temperatuur T
Vgevr
verhoogd. Vraagt de thermostaat geen warmte meer en ligt
de ingestelde waarde hoger dan de waarde welke door de
stookkenlijn aangegeven wordt, dan volgt een verlaging
van 1K per minuut.
Brug 13-14 wegnemen - zie schakelschema.
Montage- en bedieningsrichtlijnen van de WUT 10 in
acht nemen.
24
bij een
Vmax
Amin
bij een
Vvoet
waarbij de
Amin.
-waarde
Vmax
bij verlaagd bedrijf op
Vmax
met 10K maximaal tot T
Vmax
Stookkenlijn afhankelijk van de buitentemperatuur
AAN
UIT
AAN
Schakeldifferentieel
T
V
Tijd [ h ]
UIT
AAN
Ruimtethermostaat