452235.69.07 · 09/2012 · Rei
Montage- en gebruiksaanwijzing
WWP W 10 ID - WWP W 22 ID
1 Direct lezen a.u.b.
1.3
Wettelijke voorschriften en richtlijnen
Deze warmtepomp is volgens artikel 1, paragraaf 2k) van de EG-richtlijn 2006/42/EC
(richtlijn voor machines) voor huiselijk gebruik bestemd en valt daarmee onder de eisen
van de EG-richtlijn 2006/95/EC (laagspanningsrichtlijn). De pomp is daarmee ook be-
stemd voor gebruik door leken voor het verwarmen van winkels, kantoren en andere
soortgelijke werkomgevingen, evenals voor het verwarmen van landbouwbedrijven, ho-
tels, pensions en dergelijke of voor het verwarmen van andere wooninrichtingen.
De warmtepomp voldoet aan alle relevante DIN-/VDE-voorschriften en EG-richtlijnen.
Deze vindt u in de CE-verklaring in de bijlage.
De elektrische aansluiting van de warmtepomp moet volgens de geldige VDE-, EN- en
IEC-normen en volgens het Algemeen Reglement voor Elektrische Installaties (A.R.E.I.)
worden uitgevoerd. Bovendien moeten de aansluitingsvoorwaarden van de energiebe-
drijven in acht worden genomen.
De warmtepomp moet overeenkomstig de betreffende voorschriften in de warmtebron-
en verwarmingsinstallatie geïntegreerd worden.
Personen, in het bijzonder kinderen, die wegens hun fysieke, zintuiglijke of mentale
vaardigheden of wegens hun gebrek aan kennis of ervaring niet in staat zijn het toestel
op een veilige manier te gebruiken, mogen dit toestel niet zonder toezicht of instructies
van een verantwoordelijke persoon gebruiken.
Kinderen niet zonder toezicht laten om zeker te zijn dat ze niet met het toestel spelen.
OPGELET!
ACHTUNG
Voor het gebruik en onderhoud van een warmtepomp moeten de wettelijke eisen van
het land worden opgevolgd, waarin de warmtepomp wordt gebruikt. Afhankelijk van de
koelmiddelhoeveelheid moet de dichtheid van de warmtepomp met regelmatige
tussenpozen door overeenkomstig opgeleid personeel worden gecontroleerd en
vastgelegd.
1.4
Energiebesparend gebruik van de warmtepomp
Door het gebruiken van deze warmtepomp draagt u bij aan de ontlasting van ons mi-
lieu. Voor een efficiënte werking is een zorgvuldige dimensionering van de verwar-
mingsinstallatie en de warmtebron erg belangrijk. Daarbij moet de aandacht met name
op een zo laag mogelijke watervertrektemperatuur worden gericht. Daarom dienen alle
aangesloten energieverbruikers voor een lage vertrektemperatuur geschikt te zijn. Een
1 K hogere verwarmingswatertemperatuur verhoogt het energieverbruik met ca. 2,5 %.
Een lagetemperatuurverwarming met vertrektemperaturen tussen 30 °C en 50 °C is
voor een energiebesparende werking prima geschikt.
3