Indien de waarschuwingen en aanwijzingen niet op de
juiste wijze worden opgevolgd, kan dit beschadiging van
de pomp of ernstig of dodelijk letsel tot gevolg hebben.
Waarschuwingen
•
Als de pomp wordt gebruikt om levensondersteunende me-
dicijnen toe te dienen, moet een extra pomp beschikbaar
zijn.
•
Het gebruik van een injectiespuit met de CADD™-toedie-
ningsset kan tot ONVOLDOENDE TOEDIENING van het
medicijn leiden. Variaties in de grootte van de plunjer en de
mate van smering kan de werking van de injectiespuit na-
delig beïnvloeden, waardoor eventueel meer kracht vereist
is om de plunjer van de injectiespuit te bewegen. Naarmate
de spuit ouder wordt zal de smering van de plunger minder
worden, met als gevolg een te kleine hoeveelheid toege-
diend geneesmiddel, dat soms significant kan zijn.
U moet regelmatig het in de injectiespuit achtergebleven
volume vergelijken met de door de pomp weergegeven
waarden zoals Res Vol en Toegediend, om te bepalen of vol-
doende geneesmiddel wordt toegediend en neem, indien
nodige, contact op met uw arts.
•
Gebruik geen oplaadbare NiCad of NiMH-batterijen (nik-
kel-metaal-hydride). Gebruik geen "heavy duty" koolzink-
batterijen. Zij leveren niet voldoende stroom om de pomp
correct te laten werken.
•
Zorg dat er altijd nieuwe reservebatterijen binnen bereik
zijn. Als de stroom uitvalt, wordt er niets toegediend.
2