2
Selecteer [CUSTOM PRINT] en druk op H.
3
Ga volgens de bedieningsaanwijzingen te werk om de
printinstellingen aan te passen.
Printfunctie selecteren
PRINT MODE SELECT
PRINT
ALL PRINT
MULTI PRINT
ALL INDEX
EXIT
SET
OK
MENU
Het printerpapier instellen
PRINTPAPER
SIZE
SIZE
BORDERLESS
BORDERLESS
STANDARD
STANDARD
BACK
SET
OK
MENU
Opmerking
• Als het scherm [PRINTPAPER] niet wordt weergegeven, dan zijn de opties [SIZE],
[BORDERLESS] en [PICS / SHEET] ingesteld op [STANDARD].
26
NL
Bedieningsaanwijzingen
PRINT
Met deze functie print u de geselecteerde foto.
ALL PRINT
Print alle foto's die in het interne geheugen of op
het kaartje zijn opgeslagen.
MULTI PRINT
Print een foto in meervoudige bladindeling op
een enkel blad papier.
ALL INDEX
Print een index van alle foto's die in het interne
geheugen of op het kaartje zijn opgeslagen.
PRINT ORDER
Print de foto's volgens de
printreserveringsgegevens op het kaartje. Als er
geen printreserveringen zijn gemaakt, is deze
optie niet beschikbaar.
g"Printinstellingen (DPOF)" (Blz. 28)
SIZE
Kies één van de beschikbare papierformaten op
uw printer.
BORDERLESS
Met of zonder randen selecteren. In de functie
[MULTI PRINT] kunt u niet met een rand printen.
OFF (
)
Het beeld wordt binnen een blanco kader
geprint.
ON (
)
Het beeld wordt bladvullend geprint.
PICS / SHEET
Alleen beschikbaar in de stand [MULTI PRINT].
Het aantal prints dat geprint kan worden, is
afhankelijk van de printer.
USB-scherm
USB
P C
EASY PRINT
CUSTOM PRINT
EXIT
SET
OK