KINDEREN
LET OP DAT KINDEREN NIET BIJ
DE TELEFOON KUNNEN KOMEN.
LAAT KINDEREN NOOIT MET
UW MOBIELE TELEFOON
OF DE BIJBEHORENDE ACCESSOIRES SPELEN.
ZIJ KUNNEN BIJ ZICHZELF EN ANDEREN LETSEL
VEROORZAKEN OF DE MOBIELE TELEFOON
OF ACCESSOIRES BESCHADIGEN. DE MOBIELE
TELEFOON OF DE ACCESSOIRES KUNNEN
KLEINE ONDERDELEN BEVATTEN DIE LOS
KUNNEN RAKEN EN VERSTIKKINGSGEVAAR
MET ZICH MEE KUNNEN BRENGEN.
Stroomvoorziening (oplader)
Sluit de stroomvoorziening (voeding) alleen aan
op de daarvoor bestemde stroombronnen zoals
aangegeven op de mobiele telefoon. Plaats het
snoer zo, dat er geen druk op wordt uitgeoefend
en dat het niet kan worden beschadigd. Koppel de
eenheid los van de voeding voordat u deze reinigt
om de kans op elektrische schokken te verkleinen.
Gebruik de oplader niet in de buitenlucht
of in vochtige ruimten. Breng geen wijzigingen
aan in het snoer of de stekker. Laat een passend
stopcontact installeren door een erkend elektricien
wanneer de stekker niet in het stopcontact past.
Gebruik alleen originele Sony Ericsson-opladers
die bedoeld zijn voor gebruik in combinatie met
uw mobiele telefoon. Andere opladers zijn mogelijk
niet ontworpen volgens dezelfde veiligheids- en
prestatiestandaarden.
Batterij
U wordt geadviseerd de batterij volledig op te laden
voordat u de mobiele telefoon voor het eerst gaat
gebruiken. Een nieuwe batterij, of een batterij die
lang niet is gebruikt, heeft de eerste paar keer dat
deze wordt gebruikt, mogelijk minder vermogen.
De batterij kan alleen worden opgeladen bij een
temperatuur tussen de +5 °C en +45 °C.
100
Belangrijke informatie
This is the Internet version of the user's guide. © Print only for private use.
Gebruik alleen originele Sony Ericsson-batterijen
die bedoeld zijn voor gebruik in combinatie met
uw mobiele telefoon. Het gebruik van niet-originele
batterijen en opladers kan gevaarlijk zijn.
De spreek- en stand-bytijden zijn afhankelijk
van verschillende omstandigheden, zoals
de signaalsterkte, de gebruikstemperatuur,
de manier waarop u applicaties gebruikt,
de geselecteerde functies en het gebruik
van spraak of gegevensverzending.
Zet uw mobiele telefoon uit voordat u de batterij
verwijdert. Zorg dat de batterij niet in de mond
wordt genomen. De elektrolyten van de batterij
kunnen giftig zijn indien zij worden doorgeslikt.
Zorg dat de metalen contacten op de batterij
niet in aanraking komen met een ander metalen
voorwerp. Dit kan kortsluiting veroorzaken
en de batterij beschadigen. Gebruik de batterij
alleen voor het doel waarvoor deze bestemd is.
Persoonlijke medische apparatuur
Mobiele telefoons kunnen invloed hebben
op de werking van sommige pacemakers
en andere geïmplanteerde medische apparaten.
Draag de mobiele telefoon niet ter hoogte van
de pacemaker, bijvoorbeeld niet in een borstzak.
Wanneer u de mobiele telefoon gebruikt, plaatst
u deze aan het oor dat het verste van de pacemaker
is verwijderd. Als er een afstand van minimaal 15 cm
tussen de mobiele telefoon en de pacemaker wordt
aangehouden, is de kans op storing beperkt.
Als u reden hebt om te vermoeden dat er storing
optreedt, moet u de mobiele telefoon onmiddellijk
uitzetten. Neem voor meer informatie contact
op met uw cardioloog.
Raadpleeg voor overige medische apparatuur
uw arts en de fabrikant van het apparaat.