Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Elektrische Aansluiting; Elektrische Aansluitwerkzaamheden - Weishaupt WWP S 6 IDT-2 Montage- En Bedieningshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

452236.69.05 · 01/2016 · Rei
Montage- en bedieningshandleiding
WWP S 6 IDT-2 - WWP S 11 IDT-2
7 Montage
7.6

Elektrische aansluiting

7.6.1 Algemeen
Alle elektrische aansluitwerkzaamheden mogen uitsluitend door een elektricien of een
voor de betreffende werkzaamheden geschoold persoon met inachtneming van de
montage- en gebruiksaanwijzing,
landspecifieke installatievoorschriften, bijv. A.R.E.I, VDE 0100,
technische aansluitvoorwaarden van het energiebedrijf en de netwerkexploitant
(bijv. TAB) en
de plaatselijke omstandigheden worden uitgevoerd.
Ter waarborging van de vorstbeveiligingsfunctie van de warmtepomp mag de warmte-
pompmanager niet spanningsvrij geschakeld worden, en moet er stroming door de
warmtepomp plaatsvinden.
De schakelcontacten van de uitgangsrelais zijn ontstoord. Daarom is er afhankelijk van
de interne weerstand van een meetinstrument, ook wanneer de contacten niet gesloten
zijn, een spanning meetbaar die echter lager is dan de netspanning.
Op de regelaarklemmen N1-J1 tot N1-J11; N1-J19; N1-J20; N1-J23 tot N1-J26 en de
klemmenstrook X3 is laagspanningaanwezig. Wanneer er door bedradingsfouten aan
deze klemmen netspanning aangelegd wordt, vernietigt dit de warmtepompmanager.

7.6.2 Elektrische aansluitwerkzaamheden

1. De 5-aderige elektrische kabel voor het vermogensdeel van de warmtepomp
wordt van de stroommeter van de warmtepomp via de veiligheidsschakelaar van
het energiebedrijf (indien vereist) in de warmtepomp geleid.
Aansluiting van de voedingskabel op het schakelkastje van de warmtepomp via de
klemmen X1: L1/L2/L3/N/PE. In de meegeleverde Minigrip-zak bevinden zich vier
geleiderbruggen die overeenkomstig het schakelschema (zie bijlage) in de klem X1
(L1-L10, L2-L20, L3-L30, N-N0) gestoken moeten worden. De geleiderbruggen
vallen weg als twee gescheiden 5-aderige voedingsleidingen (zie bijlage) gebruikt
worden. De spanningsvoorziening moet worden voorzien van een alpolige afscha-
keling met ten minste 3 mm contactopeningsafstand (bijv. een veiligheidsschake-
laar van het energiebedrijf) en een alpolige vermogensschakelaar met één uitscha-
keling voor alle buitenkabels (uitschakelstroom en karakteristiek volgens
toestelinformatie).
ACHTUNG
OPGELET
Geldt voor WWP S 6 IDT-2:
Bij aansluiting van de voedingskabels op een rechts draaiveld letten (bij een verkeerd
draaiveld levert de warmtepomp geen vermogen, is de pomp erg luid en kan het tot
schade aan de compressor komen).
Geldt voor WWP S 8 IDT-2 en WWP S 11 IDT-2:
Let op het rechtsdraaiende veld: Bij een verkeerde bedrading wordt het opstarten van
de warmtepomp verhinderd. Een desbetreffende aanwijzing wordt in de
warmtepompmanager weergegeven (bedrading aanpassen).
2. De 3-aderige elektrische voedingskabel voor de warmtepompmanager (verwar-
mingsregelaar N1) wordt in de warmtepomp geleid.
Aansluiting van de stuurleiding aan het schakelkastje van de warmtepomp via de
klemmen X2: L/N/PE.
De vermogensopname van de warmtepomp vindt u bij de productinformatie of op
het typeplaatje.
De kabel (L/N/PE~230 V, 50 Hz) voor de WPM moet onder permanente spanning
zijn en moet om deze reden voor de veiligheidsschakelaar van het energiebedrijf af-
getakt resp. op de huishoudingsstroom aangesloten worden, omdat anders gedu-
rende energiebedrijfsblokkering belangrijke beveiligingsfuncties buiten werking
zijn.
20

Advertenties

Hoofdstukken

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Wwp s 8 idt-2Wwp s 11 idt-2

Inhoudsopgave