452236.69.05 · 01/2016 · Rei
Montage- en bedieningshandleiding
WWP S 6 IDT-2 - WWP S 11 IDT-2
6 Montageplaats
6
Montageplaats
6.1
Algemene opmerkingen
De compacte grond/water-warmtepomp moet in een vorstvrije en droge ruimte op een
effen, glad en horizontaal oppervlak geplaatst worden. Daarbij moet het frame rondom
tegen de grond liggen om een toereikende geluidsisolatie te garanderen. De onder-
grond moet het gewicht van de warmtepomp en de hoeveelheid warm water kunnen
dragen. Indien voetjes worden gebruikt, moet de warmtepomp waterpas worden uitge-
lijnd. In dit geval is het mogelijk dat het aangegeven geluidsniveau tot maximaal 3 dB(A)
hoger ligt en additionele geluidsisolerende maatregelen noodzakelijk worden.
De warmtepomp moet zo zijn opgesteld, dat service aan het apparaat probleemloos
kan worden uitgevoerd. Dit is gewaarborgd als er vóór en eventueel aan de zijkanten
van de warmtepomp een afstand van ca. 1 m aangehouden wordt. Als de warmtepomp
alleen via de voorkant toegankelijk is (bijv. bij inbouw in nissen, etc.), dan kan de warm-
tepompmodule door de service verwijderd worden (zie hoofdstuk 5).
P
In de plaatsingsruimte mogen zich geen seizoenvorst of hogere temperaturen
dan 35 ºC voordoen.
6.2
Geluidsemissies
Dankzij de doeltreffende geluidsisolatie werkt de warmtepomp zeer stil. Geluidsover-
brenging naar het fundament resp. het verwarmingssysteem wordt door interne ont-
koppelingsmaatregelen in hoge mate voorkomen.
P
15