16.1 Vervanging van de zekering
Indien doorgebrand, moet de patroonzekering [F] worden vervangen door een zekering met
dezelfde technische kenmerken:
• 5x20 F 1.6 A L 250 V
Ga als volgt te werk:
1. Zet het instrument uit.
2. Trek de zekeringhouder eruit.
3. Verwijder de doorgebrande zekering.
4. Vervang de zekering door een zekering met dezelfde technische kenmerken.
5. Plaats de zekeringhouder terug.
nl
39