10 VOORBEREIDENDE WERKZAAMHEDEN
10.1 Sonde
Het uitlaatgas wordt via een specifieke sonde uit de voertuiguitlaatpijp gehaald.
De sonde bestaat uit twee hoofdsecties:
A) EXTERNE PIJPLEIDING: het is het deel van de sonde dat niet in de uitlaatpijp wordt
gestoken.
B) BEMONSTERINGSPIJPLEIDING: het is het deel van de sonde dat in de uitlaatpijp
wordt gestoken.
De sonde is voorzien van een klem waarmee deze in de geluiddemper kan worden
verankerd.
1. Snelkoppelingen
2. Externe pijp
3. Versterkte pijp
4. Sondekop
5. Mondstuk
6. Klem
7. Greep
De klem wordt in een precieze positie geblokkeerd om het
gedeelte van de bemonsteringspijpleiding dat in de uitlaatpijp
kan worden gestoken, te beperken tot de lengte die volgens de
geldende voorschriften vereist is.
Knoeien
met
de
bemonsteringspijpleiding dat in de uitlaatpijp kan worden
gestoken te veranderen, kan de geldigheid van de tests in
gevaar brengen.
klem
om
het
gedeelte
nl
van
de
21