13 COMMUNICATIE
Het instrument heeft twee communicatiemodi:
• Wifi
• USB*
(*) Gereserveerd voor hulpoperaties.
13.1 Wifi
Het instrument is uitgerust met een wifi-module waarmee verbinding kan worden gemaakt
met het wifi-netwerk van de werkplaats.
Voordat u de communicatie met het wifi-netwerk start, moet u de specifieke
configuratieprocedure uitvoeren.
Eerst maakt het instrument verbinding met de weergave-eenheid in hotspot-modus, dat wil
zeggen rechtstreeks zonder via het wifi-netwerk van de werkplaats te gaan.
Vervolgens kan het instrument via de weergave-eenheid aan het netwerk van de werkplaats
worden toegevoegd.
Ga als volgt verder:
1. Zet het instrument aan.
2. Schakel het instrument in.
3. Druk op
.
Om redenen van compatibiliteit en radiosignaalsterkte moet de
wifi-router van de werkplaats worden ingesteld op 2,4 GHz.
Verbinding met een 5 GHz wifi-router wordt verhinderd door
software-instellingen van het instrument.
Het instrument kan alleen verbinding maken met de volgende
soorten netwerken:
• WEP
• WPA
• WPA2
nl
27