Handset gebruiken voor ruimtebewaking
Let op
u
Controleer bij het inschakelen altijd
of de functie goed werkt. Controleer
bijvoorbeeld de gevoeligheid. Con-
troleer of er een verbinding tot
stand wordt gebracht als u voor de
functie Ruimtebewaking een extern
nummer gebruikt.
u
Als u deze functie inschakelt, neemt
de gebruiksduur van uw handset aan-
zienlijk af. Plaats de handset even-
tueel in de lader. Hierdoor voorkomt
u, dat de batterijen leeg raken.
u
De optimale afstand tussen de hand-
set en de geluidsbron is 1 tot 2 meter.
De microfoon moet op de geluids-
bron zijn gericht.
u
Het toestel waarnaar een ruimtebe-
wakingsoproep wordt doorgescha-
keld, mag niet zijn geblokkeerd door
een ingeschakeld antwoordapparaat.
Ruimtebewaking inschakelen en
bestemmingsnummer invoeren
¢
¢
v
í
Ruimtebewaking
¤
Gegevens in meerdere regels wijzigen:
Ruimtebew.
Inschakelen door Aan te selecteren.
Naar
§Wijzigen§
Displaytoets
bestemmingsnummer invoeren.
Extern nummer: nummer uit het tele-
foonboek selecteren of zelf invoeren.
Alleen de laatste 4 cijfers worden weer-
gegeven.
§INT§
Intern nummer:
selecteren of Aan allen, als u wilt dat alle
aangemelde handset worden gebeld)
¢
§OK§
.
§Opslaan§
Met
nummer opslaan.
Gevoelighd
Gevoeligheid van het geluidsniveau
(Laag of Hoog) instellen.
¤
§Opslaan§
Met
instellingen opslaan.
46
indrukken en
¢
s (handset
Ingesteld extern
bestemmingsnummer wijzigen
¢
¢
v
í
Ruimtebewaking
s
Naar de regel Naar gaan.
§Wijzigen§
Displaytoets indrukken.
X
Bestaand nummer wissen.
¤
Nummer invoeren zoals beschreven bij
Ruimtebewaking inschakelen en bestem-
mingsnummer invoeren (
¤
§Opslaan§
Met
instellingen opslaan.
Ingesteld intern
bestemmingsnummer wijzigen
¢
¢
v
í
Ruimtebewaking
s
Naar de regel Naar gaan.
§Wissen§
Displaytoets indrukken.
§Wijzigen§
Displaytoets indrukken.
¤
Nummer invoeren zoals beschreven bij
Ruimtebewaking inschakelen en bestem-
mingsnummer invoeren (
¤
§Opslaan§
Met
instellingen opslaan.
Ruimtebewaking op afstand
uitschakelen
Voorwaarden: het toestel ondersteunt
toonkiezen en er is een extern bestem-
mingsnummer ingesteld.
¤
De door de functie Ruimtebewaking
gestarte oproep beantwoorden en de
toetsen 9 ; indrukken.
Na het verbreken van de verbinding is de
functie uitgeschakeld. U ontvangt geen
nieuwe oproepen meer van de functie Ruim-
tebewaking. De andere instellingen van de
functie Ruimtebewaking op de handset (bij-
voorbeeld geen belsignaal) blijven inge-
schakeld totdat u op de handset de display-
§Uit§
toets
indrukt.
De functie Ruimtebewaking opnieuw
inschakelen voor hetzelfde nummer:
¤
Functie opnieuw inschakelen en met
¢
§Opslaan§
opslaan (
¢
pagina 46).
¢
pagina 46).
pagina 46).