GEBRUIKSPROCEDURES
Het is de verantwoordelijkheid van de eigenaar en/of gebruiker dat
de Pecolift WR (in deze handleiding aangeduid als 'de machine WR')
wordt onderhouden en gebruikt overeenkomstig de gebruiks- en
onderhoudsprocedures conform de aanhangsels A, B en C, naast de
gebruiks- en onderhoudsvoorwaarden voor op de pagina's 1 tot 21 van deze
handleiding.
Het is essentieel om bekend te zijn met de juiste gebruiksprocedures.
De gebruiker moet over een adequate opleiding voor dit type platform
beschikken.
De machine WR is standaard uitgerust met een aansluiting voor een
veiligheidsgordel. Als na het uitvoeren van een risicobeoordeling de gebruiker
ervoor kiest om een veiligheidsgordel te dragen, moet een goedgekeurde
valstoppergordel gedragen worden met een zeer kort koord.
CONTROLES VÓÓR HET GEBRUIK
1. Doe een visuele inspectie van de machine WR; controleer op tekenen
van schade aan de structuur met inbegrip van zwenkwielen, wielen en
bedieningshendel.
2. Plaats de machine WR veilig; zorg ervoor dat er geen hoog aangebrachte
obstakels en gevaren zijn.
3. Controleer of de ondergrond geschikt is. De machine WR moet worden
gebruikt op een harde, vlakke ondergrond met een helling van minder
dan 3°, zodat de machine WR veilig en binnen haar werkbelasting wordt
gebruikt.
4. Zorg ervoor dat de zwenkwielen zijn vergrendeld alvorens het platform te
betreden.
5. Controleer of de bedieningshendel correct werkt als u in de mand bent
gestapt en de poorten achter u gesloten zijn. Trek de bedieningshendel
rustig naar u toe en laat los: de bedieningshendel moet terugveren
om te voorkomen dat deze verdraait. Gebruik de machine WR niet als de
bedieningsknop is beschadigd of kleeft.
6. Zet de omgeving rondom de machine af in overeenstemming met de
richtlijnen.
7. De veilige werkbelasting voor de machine WR is één persoon plus
gereedschappen met een totaal van 150 kg inclusief persoon. 1.
Overschrijd nooit de veilige werkbelasting.
BIJLAGE 'B' - BEDIENINGSSPECIFICATIES EN VEILIGHEIDSINSTRUCTIES VOOR PECOLIFT WR
NORMAAL GEBRUIK
1. De machine WR mag alleen worden gebruikt op een harde ondergrond met
een helling van minder dan 3°. Zorg ervoor dat iemand beschikbaar is op de
grond om te helpen in geval van nood.
2. Positioneer de machine WR onder de werkruimte. Controleer op boven het
hoofd aangebrachte obstakels of gevaren.
3. Kijk naar de waterpas om te controleren dat de machine WR minder
dan 3° helt. Gebruik de machine WR niet wanneer de waterpas een grotere
helling dan 3° aangeeft.
4. Om de de machine WR te gebruiken stapt u door de poorten op het
platform. Controleer of de poorten achter u volledig gesloten zijn. Trek de
bedieningshendel naar u toe; draai de hendel met de klok mee om omhoog
te gaan. Controleer altijd op hoog aangebrachte obstakels of gevaren.
U stopt het omhoog gaan van de machine WR door te stoppen met
het draaien van de bedieningshendel en deze los te laten. Draai de
bedieningshendel tegen de klok in (linksom) om te dalen.
Probeer nooit de machine WR te bewegen wanneer deze hoog staat.
NOODNEERLAATFUNCTIE
Probeer nooit de machine WR/gebruiker te redden als de mogelijkheid
bestaat dat de machine WR in contact is met stroombedrading/bekabeling
en daarom mogelijk onder stroom staat.
Gebruik nooit de noodneerlaatfunctie zonder een persoon op het platform,
omdat anders ernstig letsel het gevolg kan zijn.
De noodneerlaatprocedure is uitsluitend bedoeld voor het verlagen van het
platform in het geval van een wilsonbekwame gebruiker op het platform en
niet voor andere doeleinden.
1. Verwijder de op het chassis aangebrachte stang van noodneerlaatfunctie.
Als de stang op zijn plaats wordt gehouden door een kabelgebonden
veiligheidstag, breekt u de tag om het hulpmiddel los te maken.
2. Volg de instructies zoals beschreven op het label Noodneerlaatprocedure
en op pagina 8 van deze handleiding.
23