3. WERKEN MET DE MACHINE
3.1.3
CONTROLE VOORDAT DE MOTOR WORDT GESTART
A.
WAARSCHUWINGSLAMPJES CONTROLEREN
WAARSCHUWING
Door het onbedoeld aanraken van de bedieningshendels kan de machine een plotselinge beweging maken.
Zet de veiligheidsblokkeerhendel altijd in de stand "VERGRENDELD" voordat u opstaat of zich verplaatst.
Voordat u de motor start, moet u de waarschuwingslampjes en de indicatielampjes controleren zoals hieronder
beschreven:
1.
Controleer of de veiligheidsblokkeerhendel
VERGRENDELD (omhoog) is.
2.
Controleer of alle bedieningshendels in de
"NEUTRALE" stand staan.
3.
Gebruik de contactsleutel en de tabel (als
referentie) om te controleren of alle
waarschuwings- en indicatielampjes goed
functioneren.
4.
Gebruik de machine niet als deze gebreken
vertoont. Neem zo nodig contact op met de
distributeur.
Raadpleeg "2.4 BENAMINGEN ONDERDELEN
& BEDIENINGSELEMENTEN" en controleer of
alle waarschuwings- en indicatielampjes goed
werken. Repareer eventuele defecten voordat
de machine weer wordt gebruikt.
Lamp
1
Lampje acculading
2
Lampje motoroliedruk
3
Lampje temperatuur motorkoelvloeistof
4
Lampje 2e versnelling
BELANGRIJK
Controleer of de waarschuwings- en indicatielampjes goed werken voor aanvang van het werk.
B.
WERKLAMP CONTROLEREN
Schakel de werklamp in terwijl de contactsleutel in de
stand ON staat. Vervang het lampje als de werklamp
niet brandt. Brandt de lamp nog steeds niet, contro-
leer dan de zekering en de bedrading en voer indien
nodig reparaties uit. Zie "2.4.6 - "A. WERKLAMP" en
4.13 - "B. WERKLAMP VERVANGEN" voor informa-
tie over zekeringen.
1. WERKLAMP
Copyright©2018 Kobelco Construction Machinery Co.,Ltd. All rights reserved. [S2PA00016NL02] [0514CsCshWbYs]
1
2
3
4
Sleutelstand
OFF-->HEAT
Voorgloeien
OFF
OFF
OFF
OFF
3-10
ROOD: Waarschuwingslampje
GEEL: Indicatielampje
START-->ON
OFF-->ON
Net na het
Voor het starten
starten
AAN
OFF
AAN
OFF
OFF
OFF
OFF
OFF
1