Verschillen in helderheid na verloop van tijd
•
Wijzig [Auto brightness] (automatische helderheid) in [Off] (uit).
OPPERRIIGG:
Wanneer [Auto brightness] (automatische helderheid) is ingeschakeld [On] (aan), past de monitor
automatisch de helderheid aan afhankelijk van de omgeving. Wanneer de helderheid van de omgeving
verandert, verandert ook de instelling van de monitor.
Geen beeld
•
Als er geen beeld op het scherm wordt weergegeven, schakelt u de toets
•
Controleer of de computer niet in een energiebesparende stand staat door het aangesloten toetsenbord of de aangesloten
muis aan te raken.
•
Sommige videokaarten voeren geen beeldsignaal uit wanneer de monitor wordt uit-/ingeschakeld of wanneer de
voedingskabel wordt losgekoppeld/aangesloten bij lage resolutie van DisplayPort.
Hardware-problemen
Toets
reageert niet
•
Haal de stekker van de voedingskabel van de monitor uit het stopcontact om de monitor uit te schakelen en opnieuw de
fabrieksinstellingen te laden.
•
Controleer de hoofdschakelaar op de monitor.
Het bericht "Out of range" (Buiten bereik) verschijnt (het scherm is leeg of geeft alleen onduidelijke beelden
weer)
•
Het beeld is onduidelijk (er ontbreken pixels) en de OSD-waarschuwing "Out of range" (Buiten bereik) wordt weergegeven:
de snelheid van de signaalklok of de resolutie is te hoog ingesteld. Selecteer een ondersteunde modus.
•
De OSD-waarschuwing "Out of range" (Buiten bereik) wordt weergegeven op een leeg scherm: de signaalfrequentie valt
buiten het bereik. Selecteer een ondersteunde modus.
Het lampje op de monitor brandt niet.
•
Controleer of het netsnoer goed is aangesloten op de monitor en de muur en zorg ervoor dat de hoofdschakelaar van de
monitor is ingeschakeld.
•
Verhoog de [LED brightness] (LED-helderheid).
Led-kleuren, behalve blauw, knipperen of branden
•
Mogelijk is er een storing opgetreden, neem contact op met uw leverancier.
•
Als het beeldscherm wordt uitgeschakeld doordat de interne temperatuur hoger is dan de normale werktemperatuur, zal een
led-lampje vijf of zes keer rood knipperen. Schakel de monitor weer in nadat u hebt gecontroleerd of de interne temperatuur
is gedaald tot de normale werktemperatuur.
•
De monitor kan in de stand-bystand staan. Druk op de toets
•
Als het lampje rood knippert tijdens het updaten van de firmware, zet de hoofdschakelaar dan uit en weer aan en ga verder
met updaten.
Geen geluid
•
Controleer of de geluidsdemping [Mute] (dempen) is ingeschakeld.
•
Controleer of [Volume] op een minimumwaarde is ingesteld.
•
Controleer of de computer een audiosignaal via DisplayPort of HDMI ondersteunt.
uit en weer in.
op de monitor.
Nederlands−40