HOOFDSTUK 2 - VERANTWOORDELIJKHEID VAN GEBRUIKER, VOORBEREIDING EN INSPECTIE VAN MACHINE
2.5
FUNCTIECONTROLE
Voer de functiecontrole als volgt uit:
1. Vanaf het grondbedieningspaneel zonder lading op
het platform:
a. Controleer of de keuzeschakelaar platform/uit/
grond en de schakelaar platform heffen/neerlaten
goed werken.
b. Controleer of het beveiligingssysteem tegen kui-
len goed werkt; platform omhoog - balken
omlaag, platform omlaag - balken omhoog.
c. Verzeker u ervan dat alle machinefuncties uitge-
schakeld worden wanneer de noodstopknop
wordt ingedrukt.
d. Controleer, terwijl het platform enkele meters
(feet) geheven is, of de klep voor handbediend
neerlaten (die zich onder aan de mast aan de voor-
kant van de machine bevindt) het platform goed
neerlaat.
3122700
2. Vanaf de platformbedieningsconsole:
a. Verzeker u ervan dat de bedieningsconsole stevig
b. Controleer of alle schakelaarbeschermkappen zijn
c. Bedien alle functies, de keuzeschakelaar rijden/
d. Rijd met de machine, terwijl het platform 58 tot
e. Verzeker u ervan dat alle machinefuncties uitge-
– JLG Hoogwerker –
op de juiste plaats vastzit.
aangebracht.
heffen, de claxonknop, de activeringsschakelaar
en de joystickfuncties om te verzekeren dat ze
naar behoren werken.
66 cm (23 tot 26 in) of meer geheven is, op een
vlakke, stevige en horizontale ondergrond om te
controleren of de uitschakeling bij hoge rijsnel-
heid geactiveerd is. De maximale rijsnelheid
wordt verminderd van 4,8 km/u (3 mph) tot
0,8 km/u (0.5 mph)
schakeld worden wanneer de noodstopknop
wordt ingedrukt.
2-7