SMA Solar Technology AG
6. Berekende waarde voor versterking invoeren en met [ENTER]-toets bevestigen, tot de regel
stopt met knipperen.
7. Berekende waarde voor offset invoeren en met [ENTER]-toets bevestigen, tot de regel stopt met
knipperen.
8. Na het verlaten van het menu 2 keer met [ENTER]-toets bevestigen.
☑ Sensor is geconfigureerd.
4.6.3 Actuele waarden van de sensoren weergeven
1. Spot Values > Other selecteren.
2. Gewenste sensor selecteren.
☑ Onder de naam van de sensor wordt de actuele waarde weergegeven.
4.6.4 Extern alarm instellen
De analoge ingang „ExtAlarm" is vooraf ingesteld voor het aansluiten van een extern alarm.
Als u het e-mailbericht „Warnings" heeft geactiveerd, dan krijgt u bij het activeren van het alarm direct
een e-mail (zie hoofdstuk 4.5.2 "Berichttypen voor verzenden selecteren", Pagina 38).
1. Wachtwoord invoeren (zie hoofdstuk 4.2.2 "Wachtwoord invoeren", Pagina 33).
2. Device Set-up > Interfaces > Analog In > ExtAlarm selecteren.
3. Parameter ctrl ExtAlarm op de gewenste waarde instellen.
Instelbaar
Deactivated
Active High
Aktiv Low
4. Na het verlaten van het menu 2 keer met [ENTER]-toets bevestigen.
4.7 Begrenzing werkelijk vermogen
4.7.1 Procedure voor frequentieonafhankelijke begrenzing van
het werkelijk vermogen
Op aanwijzing van het energiebedrijf kan het werkelijke vermogen van de Sunny Central worden
begrensd. Via de parameter „P-WMod" kunt u de procedure voor de begrenzing van het werkelijke
vermogen instellen (zie hoofdstuk 9.2 "Red.effect.pow.", Pagina 94). Hierbij geeft u met de
parameter aan hoe de voorwaarden van de netwerkexploitant moeten worden ontvangen en
omgezet. De standaardwaarde voor deze parameter is „Off".
Bedrijfshandleiding
Betekenis
Sensor is gedeactiveerd.
Alarm wordt geactiveerd, als op de alarmingangsklem 24 V staat.
Alarm wordt geactiveerd, als op de alarmingangsklem 0 V staat.
4 Sunny Central Control
SC4-63HE-BE-BNL103280
43