2
Gebruik de knop
te selecteren die u wilt afdrukken.
De selectiemethode is afhankelijk van
de instellingen van het afdruktype
-
Selecteer een beeld, druk op de
knop FUNC./SET en gebruik de
knop
afdrukken te selecteren (maximaal 99).
-
Selecteer een beeld en druk op de
knop FUNC./SET om het beeld te
selecteren of de selectie ervan
op te heffen.
U kunt ook opnamen selecteren in
de indexweergave.
Als de camera is aangesloten op een
printer, gaat de knop
branden tijdens de selectie van beelden. Druk op de knop
op de knop FUNC./SET om af te drukken.
Alle beelden op een geheugenkaart
1
Menu
Raadpleeg Menu's en instellingen
Van elk beeld wordt één afdruk gemaakt.
Door [Wis alle selecties] te selecteren,
annuleert u alle afdrukinstellingen.
Als de camera is aangesloten op een
printer, gaat de knop
branden. Druk op de knop
[Print] is geselecteerd en druk op de knop FUNC./SET
om af te drukken.
2
Selecteer [OK] en druk op
78
(Standaard)/
of
om het aantal
(Index)
, bevestig dat de optie [Print] is geselecteerd en druk
(Print)
of
om beelden
(p.
79).
(Beide)
blauw
[Sel. alle beelden]
(p.
19).
blauw
, bevestig dat de optie
Aantal
exemplaren
Selectie van
indexafdruk
.
.