B
A
•
Plaats de begrenzingsdraad rond het
bijgebied (B) om een eiland te maken. Zie
Een eiland maken op pagina 20 .
Let op: De begrenzingsdraad moet als 1 lus
rond het gehele werkgebied (A + B) worden
geplaatst.
Let op: Wanneer het product gras maait in
het bijgebied, moet de modus
worden geselecteerd. Zie
Start op pagina 34 .
3.4.4 Onderzoeken waar de
geleidingsdraad moet worden gelegd
•
Plaats de geleidingsdraad in een lijn op
minimaal 2 m/6.5 ft afstand vóór het
laadstation.
•
Zorg voor zo veel mogelijk ruimte links van
de geleidingsdraad, gezien in de richting van
Doorrijbreedte op pagina
het laadstation. Zie
30 .
•
Plaats de geleidingsdraad minimaal 30
cm /12 inch van de begrenzingsdraad.
•
Maak geen scherpe bochten wanneer u de
geleidingsdraad plaatst.
135º
135º
1378 - 003 - 16.04.2020
•
3.4.5 Voorbeelden van werkgebieden
•
•
Bijgebied
Bedieningsmodus
•
•
90º
Als het werkgebied een helling heeft, plaatst
u de geleidingsdraad diagonaal over de
helling.
Als het laadstation in een klein gebied (A)
wordt geplaatst, zorgt u ervoor dat de
afstand tot de begrenzingsdraad minimaal 3
m/10 ft vóór het laadstation bedraagt.
Als het werkgebied een doorgang (B)
zonder geleidingsdraad heeft, is de
minimale afstand tussen de
begrenzingsdraden 2 m / 6.5 ft. Als er wel
een geleidingsdraad is aangebracht in de
doorgang, is de minimale afstand tussen de
geleidingsdraden 60 cm / 24 inch.
Als het werkgebied gebieden heeft die door
middel van een smalle doorgang (B) met
elkaar zijn verbonden, kunt u het product
zodanig instellen dat dit eerst de
geleidingsdraad volgt en deze dan na een
bepaalde afstand (C) verlaat. De instellingen
kunnen worden gewijzigd in
pagina 28 .
Indien het werkgebied een bijgebied (D)
Een bijgebied maken
omvat, raadpleegt u
op pagina 20 . Zet het product in het
de modus Bijgebied .
bijgebied en selecteer
Tuindekking op
Installatie - 21