12.2.4 Controle van de waterdruk
De waterdruk moet minimaal 0,8 bar bedragen. Geadviseerd wordt de installatie te vul-
len tot ca. 1,5 bar.
12.3 Onderhoud
Indien uit de verbrandingstechnische controle van het toestel blijkt dat de verbranding
of warmtewisseling niet optimaal meer is, dient onderhoud uitgevoerd te worden. Dit
onderhoud bestaat uit:
- de warmtewisselaar reinigen met een speciaal reinigingsgereedschap of met pers-
lucht, evt. doorspoelen met water.
- de ventilator reinigen.
- de sifon reinigen.
Volgorde van handelen:
1.
De elektrische voeding van het toestel uitschakelen.
2.
Sluit de toestelkraan in de gasleiding naar het toestel.
3.
Open de klep van de instrumentenkast.
4.
Verwijder de voormantel d.m.v. het losdraaien van de 2 schroeven.
5
Neem de dop van de ontstekings/ionisatie elektrode los.
6.
Verwijder de aardedraad van de ontstekingspen.
7.
Verwijder de elektrische aansluiting van de ventilator.
8.
Draai de wartelmoer van de gasleiding aan het gasmultiblok los.
9.
Verwijder de 13 moeren aan de voorzijde van de warmtewisselaar.
10. Neem de voorplaat van de warmtewisselaar met ventilator, gasmultiblok en bran-
der recht naar voren toe weg.
Let op:
Aan de achterzijde van de ventilator zit een 230V aansluiting die los genomen moet
worden.
Attentie:
Controleer de pakking tussen de voorplaat en de warmtewisselaar. Een eventueel be-
schadigde pakking moet vervangen worden.
Remeha Quinta 115
76