7.3 Installatiegegevens
7.3.1 Condenswaterafvoer
Voer het condenswater direct af naar het riool. Pas, ge-
zien de zuurgraad (pH 3 tot 5), alleen kunststofmateriaal
toe als verbindingsleiding.
Vul het sifon na montage met water. Maak de aansluiting
op de riolering met een open verbinding.
De afvoerende leiding dient een afschot te hebben van
minimaal 30 mm/m. Afvoeren van condenswater in een
dakgoot is niet toegestaan, dit met oog op bevriezings-
gevaar en aantasting van de normaal toegepaste mate-
riaalsoorten voor dakgoten.
7.3.2 Waterkwaliteit
Waterbehandeling is onder normale omstandigheden niet
vereist (zie onze publicatie 'Waterbehandelingsvoorschrift').
Het ongecontroleerd toevoegen van chemische middelen
wordt dringend ontraden. De installatie dient te worden
gevuld met genormaliseerd drinkwater. De Ph-waarde
van het installatiewater dient te liggen tussen 7 en 9.
7.3.3 Overstortventiel
Monteer, overeenkomstig NEN 3028, een overstortven-
tiel tussen eventuele afsluiters en het toestel in de aan-
voer binnen 0,5 m vanaf het toestel. Dit overstortventiel
moet tenminste
1
/
" zijn (wordt niet meegeleverd).
2
7.3.4 Circulatiepomp
De Remeha W40-m ECO is voorzien van een circulatie-
pomp, fabr. Wilo, type RS 25/70 r, waarvan de opvoer-
hoogte kan worden ingesteld met een schakelaar voor 4
toerentallen. De pomp is ingesteld op stand 1. Bij even-
tuele stromingsgeluiden in het systeem kan pompstand 2
gekozen worden. In afb. 09 is de restopvoerhoogte aan-
gegeven. Dit is de voor de installatie beschikbare opvoer-
hoogte na aftrek van de ketelweerstand.
Afb. 09 Restopvoerhoogte Remeha W40-m ECO
Het opgenomen vermogen van deze circulatiepomp
bedraagt: bij 2100 omw./min. 102 W (stand 2)
bij 2400 omw./min. 118 W (stand 1).
Opmerking: Pompstand 3 en 4 kunnen niet worden
toegepast i.v.m. te geringe opvoerhoogte, hetgeen kan
leiden tot temperatuurstoringen.
D.m.v. een programmakeuze kan naar wens de nadraai-
tijd van de circulatiepomp na einde warmtevraag ingesteld
worden (zie par. 6.4.10, punt 2).
Bij de Remeha W60-m ECO kan een externe circulatie-
pomp aangesloten worden op de stekkeraansluiting aan
de rechterzijde van het instrumentenpaneel. Maximaal
aansluitvermogen: 220 VA.
De waterzijdige weerstand van de Remeha W60-m ECO
bedraagt 225 mbar (22,5 kPa) bij een ÆT van 20°C.
7.3.5 Waterdoorstroming
Het maximale temperatuurverschil tussen aanvoer en
retour wordt door de modulerende regeling van het
toestel begrensd (ÆT= 45°C); hierdoor is het toestel
nagenoeg ongevoelig voor te kleine waterdoorstroming.
De minimale waterdoorstroming bedraagt 0,24 m
voor de Remeha W40-m ECO en 0,36 m
Remeha W60-m ECO.
Onder de volgende voorwaarden zijn geen maatregelen
voor een minimale waterdoorstroming vereist:
- ingestelde aanvoertemperatuur van maximaal 75°C
- evt. mengkleppen met een looptijd > 1 minuut
- modulerende aansturing; bij toepassing van een mo-
dulerende weersafhankelijke rematic
ruimtetemperatuurcompensatie te worden toegepast.
- de installatie dient goed ingeregeld te zijn.
20
Remeha
W40/60-m ECO
3
3
/h voor de
®
-regelaar dient
/h