Analoge ingangen
Er zijn twee analoge ingangen voor spanningssignalen
(klemmen 53 en 54) voor referentie- en
terugkoppelingssignalen. Daarnaast is een
analoge ingang beschikbaar voor een stroomsignaal
(klem 60). Op spanningsingang 53 of 54 kan een
thermistor worden aangesloten.
De twee analoge spanningsingangen kunnen
worden geschaald van 0 - 10 V DC; de
stroomingang van 0 - 20 mA.
Analoge ingangen
Waarde:
Geen functie
Referentie
Terugkoppeling
Thermistor
308 Klem 53, analoge ingangsspanning
(FUNCT.AI.53 [V])
Functie:
Deze parameter dient om in te stellen welke functie
aan klem 53 wordt gekoppeld.
Beschrijving van de keuze:
Geen functie. Is te gebruiken als de
frequentieomvormer niet moet reageren op
signalen die zijn aangesloten op de klem.
Referentie. Dient om wijziging van de referentie via
een analoog referentiesignaal mogelijk te maken.
Als de referentiesignalen zijn aangesloten op meerdere
ingangen, moeten deze worden opgeteld.
Terugkoppeling. Als een terugkoppelingssignaal
aangesloten is, kan worden gekozen tussen een
spanningsingang (klem 53 of 54) of een stroomingang
(klem 60) als terugkoppeling. Bij een zoneregeling
moeten de terugkoppelingssignalen worden
geselecteerd als spanningsingangen (klem 53 en
54). Zie Gebruik van terugkoppeling.
= standaardinstelling. () = display-tekst [] = waarde gebruikt voor communicatie via seriële communicatiepoort.
128
klem nr.
parameter
UIT)
(REFERENTIE)
(TERUGKOPPELING)
(THERMISTOR)
MG.61.B3.10 - VLT is een geregistreerd handelsmerk van Danfoss
®
VLT
Serie 6000 HVAC
Onderstaande tabel geeft de mogelijkheden voor
het programmeren van de analoge ingangen. Met
de parameters 317"Live zero" tijd en 318 Functie na
time out kan een time-out functie worden geactiveerd
op alle analoge ingangen. Als de signaalwaarde van
het referentie- of terugkoppelingssignaal aangesloten
op een van de analoge ingangsklemmen daalt
onder 50% van de minimumschaal, wordt een
functie geactiveerd na de in parameter 318, Functie
na time out ingevoerde periode.
53 (spanning)
54 (spanning)
308
311
[0]
[0]
[1]
[1]
[2]
[2]
[3]
[3]
Thermistor. Selecteer deze optie als een in
de motor ingebouwde thermistor (volgens DIN
44080/81)in staat moet zijn de frequentieomvormer
te stoppen in geval van overtemperatuur van de
motor. Uitschakelwaarde is 3 kOhm.
Als een motor in plaats daarvan een thermische
schakelaar van het type Klixon heeft, kan deze ook
worden aangesloten op de ingang. Als de motoren
parallel draaien, moeten de thermistors/thermische
schakelaars in serie worden geschakeld (totale
weerstand < 3 kOhm). Parameter 117 Thermische
motorbeveiliging moet worden ingesteld op Thermische
waarschuwing [1] of Thermistor trip [2] en de thermistor
moet worden geplaatst tussen klem 53 of 54 (analoge
spanningsingang) en klem 50 (+10 V-voeding).
60 (stroom)
314
[0]
[1]
[2]