Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Speciaal Toebehoren; Afstandsbediening; Afstandsdiagnosesysteem (Fds); Ruimteklimaateenheid - Weishaupt WPM 5.0 Installatiehandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor WPM 5.0:
Inhoudsopgave

Advertenties

6

Speciaal toebehoren

6.1

Afstandsbediening

Voor meer comfort is een afstandsbedieningseenheid als
speciaal toebehoren verkrijgbaar. Bediening en menuna-
vigatie zijn identiek met die van de warmtepompmanager.
De aansluiting gebeurt via een interface (speciaal toebe-
horen) met westernstekker RJ 12.
6.2

Afstandsdiagnosesysteem (FDS)

Het afstandsdiagnosesysteem (FDS) werd ontwikkeld
om toegang tot de warmtepompmanager via pc mogelijk
te maken. De software maakt het in combinatie met een
"internetcompatibele" pc mogelijk om de afzonderlijk te
verkrijgen hardwarepakketten, gebruikersinstellingen uit
te lezen en indien nodig te veranderen. De software is zo
geprogrammeerd dat een permanente uitwisseling van
gegevens tussen WPM en pc plaatsvindt. Wijzigingen
zijn zowel aan de WPM alsook in het programma moge-
lijk.
De software start via een op de pc voorhanden internet-
browser en werd voor de besturingssystemen Windows
2000, XP geoptimaliseerd.
6.3

Ruimteklimaateenheid

Bij de koeling via oppervlakteverwarmings-/koelsystemen
gebeurt de regeling volgens de aan de ruimteklimaateen-
heid gemeten ruimtetemperatuur en luchtvochtigheid.
Aan de warmtepompmanager wordt hiervoor de ge-
wenste ruimtetemperatuur ingesteld. Uit de gemeten
ruimtetemperatuur en luchtvochtigheid van de referentie-
ruimte wordt de minimaal mogelijke koelwatertempera-
tuur berekend. Het regelgedrag van de koeling wordt
door de actueel geregistreerde ruimtetemperatuur en de
ingestelde gewenste ruimtetemperatuur beïnvloed.
6.4

Gebouwbeheersysteem

De warmtepompmanager kan door aanvulling van de be-
treffende interfacekaart op een netwerk van een gebouw-
beheersysteem aangesloten worden. Voor de precieze
aansluiting en de parametrering van de interface moet de
aanvullende montagehandleiding van de interfacekaart in
acht genomen worden.
Voor de warmtepompmanager zijn de volgende netwerk-
verbindingen mogelijk:
Modbus
EIB, KNX
Ethernet
OPGELET
Bij een externe besturing van de warmtepomp resp. de
circulatiepomp moet in een additionele debietschakelaar
worden voorzien, die het inschakelen van de compressor
bij afwezige volume debiet voorkomt.
452114.69.05 · 03/2014 · Rei
Installatievoorschriften voor de installateur
WPM 5.0 - WPM 3.1
6 Speciaal toebehoren
OPMERKING
Bij verwarmingsregelaars met een afneembaar
bedieningspaneel (zie hoofdst. 3.2.1 op p. 3) kan het
direct als afstandsbedieningseenheid toegepast worden.
Er worden twee varianten aangeboden:
Afstandsdiagnose ter plaatse (bijv. met laptop): Lokaal
diagnosesysteem (LDS). Directe kabelverbinding van
een pc via het LDS-hardwarepakket bij de warmte-
pompmanager (WPM).
Afstandsdiagnose via modemverbinding: Remote Di-
agnose System (RDS). Het RDS is een nuttig instru-
ment om de werking van een op afstand geplaatste in-
stallatie te controleren en gebruikersinstellingen aan
de warmtepompmanager uit te voeren.
Afb. 6.1:
Ruimteklimaateenheid
8

Advertenties

Hoofdstukken

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Wpm 3.1

Inhoudsopgave