5
Uitgebreide montage-instructie van de warmtepompmanager verwarmen/koelen
5.1
Verwarmings- en koelregelaar
Er worden 2 soorten opwekking van het
koelvermogen ondersteund:
Actieve koeling met een reversibele warmtepomp
Passieve koeling via een warmtewisselaar
Voor de uitvoering van de koelfuncties moet naast de
warmtepompregelaar verwarmen een koelregeling voor-
handen zijn.
Voor de actieve koeling worden reversibele warmte-
pompen af fabriek met een warmtepompmanager ver-
warmen/koelen geleverd.
Voor de passieve koeling moet de koelregeling met de
voorhanden warmtepompmanager verwarmen verbon-
den worden.
Voor het waarborgen van de contactbeveiliging moet
de montage van de koelmodule vlak rechts naast de
verwarmingsregelaar gebeuren (behuizingsafstand
< 0,5 cm)
5.1.1
Netwerkmodus van verwarmings- en koelregeling en afstandsbedieningseenheid
De verbinding van de warmtepompmanager met de uit-
breidingsmodules voor de koelregeling gebeurt via een
steekadapter.
De koelregeling wordt door twee uitbreidingsmodules
gerealiseerd, die zich door de netwerkadressen onder-
scheiden.
5.1.2
Temperatuurvoeler (koelregelaar)
Alle aan de extra koelregelaar aan te sluiten temperatuur-
voelers komen met de voelercurve overeen.
Ruimtetemperatuurvoeler van de ruimteklimaateenheid
Vertrekvoeler passieve koeling
Terugloopvoeler passieve koeling
Afb. 5.2:
NTC-10-voeler koelregelaar
452114.69.05 · 03/2014 · Rei
Installatievoorschriften voor de installateur
WPM 5.0 - WPM 3.1
5 Uitgebreide montage-instructie van de warmtepompmanager verwarmen/koelen
Afb. 5.1:
Afmetingen van de aan de wand gemonteerde warmtepompmanager
verwarmen/koelen
Bij een actieve netwerkverbinding worden de uitbrei-
dingsmodules N17.1 en N17.2 in de bedrijfsgegevens
weergegeven.
7