Gebruiksaanwijzing
Voer slechts één stap uit om de hulpvoeding te gebruiken. (Gemengde werking overschrijdt de
capaciteit van de hulppompmotor)
10) Functieactiveringsknop
Terwijl de motor draait, houdt u de schakelaar in de "DOWN" -stand (omlaag) om alle elementen
van de giekbediening in te schakelen. Wanneer u de noodstroom inschakelt, klapt u de schakelaar
omhoog en gebruikt u noodstroom om alle bewegingsbesturingsfuncties uit te voeren.
11) Display
Het display toont fouttoestanden, functieparameters, parameterwijzigingen en informatie
over de machine.
2.2.2. Indicatorpaneel van de grondbediening
De display-interface wordt hieronder weergegeven:
Figuur 2-3
2-5