Gebruiksaanwijzing
Vertrouw niet op het scheefstandalarm als niveau-indicator. Het scheefstandalarm klinkt alleen op de
hoogwerker als de machine op een sterk hellende helling staat.
Wees uiterst voorzichtig als het scheefstandalarm klinkt tijdens het optillen van de hoogwerker. Bepaal de
toestand van de giek op de kanteling zoals hieronder weergegeven. Volg de instructies om de arm te laten
zakken voordat u de machine naar een harde, vlakke ondergrond verplaatst. Draai de arm niet tijdens het
neerlaten.
f)
Als het kantelalarm klinkt wanneer de hoogwerker omhoog gekanteld is:
1)
Laat de bovenste giek zakken;
2)
Laat de torengiek zakken;
3)
Schuif de bovenste giek in;
g)
Als het kantelalarm klinkt wanneer de hoogwerker bergaf wordt gekanteld:
1)
Schuif de bovenste giek in;
2)
Laat de torengiek zakken;
3)
Laat de bovenste giek zakken.
Breng de giek niet omhoog bij windsnelheden van meer dan 12,5 m/s (28 mph).
Als de windsnelheid hoger is dan 12,5 m/s (28 mph) met geheven giek, laat de giek dan zakken en stop het
bedienen van de machine. Gebruik de machine niet bij harde of rukwind. Vergroot het oppervlak van de
hoogwerker of de lading niet. Door het aan wind blootgestelde oppervlak te vergroten, vermindert de
stabiliteit van de machine.
1-7