4 Plaats de koelplaateenheid terug (zie stap 9 van "De processor installeren"
op pagina 148).
5 Zet alle kabels weer vast die u hebt losgemaakt uit de kabelklemmen
aan de bovenkant van de processorventilatoreenheid.
6 Sluit de kabel van de processorventilator weer aan op het moederbord
(zie "Systeemkaartcomponenten" op pagina 98).
KENNISGEVING:
7 Breng de behuizing van de computer weer aan (zie "De computerbe-
huizing terugplaatsen" op pagina 164).
8 Sluit uw computer en apparaten aan op het lichtnet en zet ze
vervolgens aan.
Chassisventilator
LET OP:
Raadpleeg, voordat u begint met de procedures in dit gedeelte,
de veiligheidsinstructies in de Productinformatiegids.
LET OP:
Om u te beschermen tegen elektrische schokken, verwonding door
ronddraaiende ventilatorbladen en ander onverwacht letsel, dient u voordat u
de computerbehuizing opent altijd eerst de stekker uit het stopcontact te halen.
LET OP:
De koelplaat, voedingseenheid en andere componenten kunnen
bij een normale werking bijzonder heet worden. Zorg dat deze onderdelen
voldoende afgekoeld zijn alvorens u ze aanraakt.
KENNISGEVING:
de onderdelen in uw computer, dient u de statische elektriciteit van uw lichaam
eerst te ontladen voordat u elektronische onderdelen van de computer aanraakt.
Dit kunt u doen door een ongeverfd metalen oppervlak van het computerchassis
aan te raken.
Controleer of de ventilator goed en stevig op zijn plek zit.
Om schade door statische elektriciteit te voorkomen aan
Onderdelen verwijderen en installeren
159