■ Reglementaire
installatie- en onderhoudsvoorwaarden
Het
apparaat
moet
onderhouden worden door een erkend vakman in
overeenstemming met de geldende voorschriften
en goed vakmanschap.
■ Plaatsing
De installatie van de warmtepomp moet voldoen
aan de vereisen van de installatieruimte.
• Let op, de binnenunit mag niet op een tochtige
plaats geïnstalleerd worden.
■ Hydraulische aansluitingen
De aansluiting moet in overeenstemming zijn
geïnstalleerd
en
met goed vakmanschap volgens de geldende
regelgeving.
Ter herinnering: Voer alle montageafdichtingen uit
volgens de geldende regels van goed vakmanschap
voor loodgieterswerk:
- Gebruik geschikte afdichtingen (fi ber dichtingen,
o-ring).
- Gebruik Tefl on-tape of hennep.
- Gebruik dichtingspasta (synthetisch, afhankelijk
van het geval).
Gebruik een glycol-watermengsel als de min.
ingestelde aanvoertemperatuur lager is dan 10°C.
Gebruik een glycol-watermengsel als het risico
bestaat
bevriezen.
Gebruik voor de hydraulische buitenleidingen een
isolatiemiddel dat geschikt is voor een gebruik
buiten en UV-bestendig is (gebruikstemperatuur -20
tot +70 °C).
Zorg bij gebruik van een glycol-watermengsel
voor een jaarlijkse kwaliteitscontrole van de
glycol. Gebruik uitsluitend MPG. De aanbevolen
concentratie is maximaal 40%. (minimaal 30%).
Het gebruik van MEG is verboden.
Ter herinnering: De artikelen 16.7 en 16.8 van de
Departementale
de aanwezigheid op de installatie van een
uitschakelingsfunctie van het type CB verplicht om
te voorkomen dat er verwarmingswater terugstroomt
naar de drinkwaterleiding.
• In sommige installaties kan de aanwezigheid
van verschillende metalen corrosieproblemen
veroorzaken; in dit geval zien we de vorming
van metaaldeeltjes en slib in het hydraulisch
circuit.
• In dat geval is het wenselijk om een
corrosieremmer in de door de fabrikant
aangeduide verhoudingen te gebruiken.
• Anderzijds moet men er voor zorgen dat het
behandelde water niet agressief wordt.
Plaats, als er een SWW-boiler geïnstalleerd is,
een veiligheidsgroep op de koudwatertoevoer met
een op 7 tot 10 bar gekalibreerde klep (afhankelijk
van de lokale voorschriften), deze laatste wordt
aangesloten op de afvoer naar het riool. Bedien
de veiligheidsgroep volgens de instructies van de
fabrikant. Het overdrukventiel moet regelmatig
in werking gesteld worden om kalkaanslag te
verwijderen en te controleren of dit niet geblokkeerd
is.
De SWW-boiler moet via een veiligheidsgroep van
koud water voorzien worden. Er mag geen klep
geplaatst worden tussen de veiligheidsgroep en de
boiler.
Sluit de afvoer van de veiligheidsklep aan op het
riool. De op het overdrukventiel aangesloten
afvoerbuis moet geïnstalleerd worden in een
vorstvrije omgeving en in een constante helling
omlaag.
dat
de
hydraulische
Sanitaire
Verordening
buitenleidingen
stellen