3.7
Door het HRC-programma te selecteren, kies je een
trainingssessie waarbij het bedieningspaneel de intensiteit van
de oefening automatisch aanpast aan de hartslag die wordt
gedetecteerd door de sensoren op het stuur of via de optionele
borstband.
• Nadat u op de platforms bent gekomen, selecteert u het
bijbehorende persoonlijke profiel met de knoppen OMHOOG /
OMLAAG en drukt u op ENTER om te bevestigen.
• Gebruik de knoppen OMHOOG / OMLAAG om het HRC-programma te
selecteren dat wordt aangegeven door het branden van het hartvormige
pictogram in het bovenste deel van het display, en druk vervolgens op
ENTER om te bevestigen.
• Gebruik de knoppen OMHOOG / OMLAAG om een van de drie vooraf
gedefinieerde regimes te selecteren of de gewenste hartdrempel in
te stellen.
55% = hartregime voor gewichtsverlies. 75% =
hartslag voor aerobe training. 90% = hartslag
voor anaërobe training. TAG = persoonlijke
instelling van de drempelhartslag.
De eerste drie vooraf gedefinieerde regimes (55%, 75%,
90%) stellen automatisch de hartdrempelwaarde in op
basis van de leeftijd van de gebruiker. Druk na het
selecteren van de gewenste hartslag op de ENTER-knop
om te bevestigen.
• TAG stelt u in staat om de drempel hartslag je wilt
op de volgende manier:
Stel op het knipperende 'Pulse'-display de gegevens in met
betrekking tot de aan te houden drempelfrequentie. Gebruik de
knoppen OMHOOG / OMLAAG om de gegevens in te stellen en druk
op ENTER om te bevestigen.
• Stel de Duur van het HRC-programma in, de
tijdweergave knippert, druk op de UP / DOWN-
toetsen en druk op ENTER om te bevestigen.
• Om het HRC-programma te starten, drukt u op de START /
STOP-knop.
HRC-PROGRAMMA
•
Tijdens de training wordt de intensiteit automatisch
aangepast door het bedieningspaneel op basis van de
gedetecteerde hartslag, maar tijdens de training kunt u
het intensiteitsniveau handmatig wijzigen door op de
knoppen OMHOOG / OMLAAG te drukken, de
tijdweergave telt af van de ingestelde duur naar nul.
•
Het PULSE-display toont de hartslag per minuut wanneer
de hartslagsensoren op het stuur worden vastgehouden
of de optionele borstband wordt gedragen.
•
Om de training te pauzeren, drukt u op de START / STOP-knop,
om een oefening te annuleren en terug te keren naar de
oorspronkelijke toestand, drukt u op de RESET-knop.
Opmerking
- Bij het uitvoeren van het HRC-programma wordt
aanbevolen om de optionele borstbandzender te
gebruiken, omdat deze nauwkeurigere gegevens levert
dan de sensoren op het stuur.
- Wanneer het hartslagsignaal niet continu wordt
gedetecteerd, stopt het bedieningspaneel met
trainen en geeft het een foutmelding.
- De geselecteerde hartdrempelwaarde heeft een
veiligheidshysterese; wanneer de gemeten hartslag de
hysteresewaarde gedurende meer dan 30 seconden overschrijdt
of wanneer de hartslag de drempelwaarde al heeft bereikt bij
minimale werkintensiteit, stopt het bedieningspaneel met trainen
en stuurt een akoestisch signaal.
24