3.4
ENTER-knop
Voordat u met een oefening begint:
- druk op de ENTER-knop om de selectie van een
trainingsprogramma te bevestigen;
- druk op ENTER om de gegevensinvoer en de instelling
van alle werkparameters van een programma te
bevestigen.
START / PAUZE-STOP-knop Voordat u
met een oefening begint:
- druk op START / STOP om een oefening in een willekeurige modus
te starten en begin vervolgens met het tellen van de displays en
de functies van het geselecteerde trainingsprogramma.
Met oefening in uitvoering:
- druk op de START / STOP-knop om de telling onmiddellijk te
stoppen in de "PAUZE"-modus, houd de knop ingedrukt
om de training te annuleren en de betreffende gegevens
te wissen.
OMHOOG / OMLAAG-knoppen
Voordat u met een oefening begint:
- gebruik de knoppen OMHOOG / OMLAAG om een van de beschikbare
programma's te selecteren: Handmatig programma, Vooraf
ingestelde programma's, Cardioprogramma, Wattprogramma,
Gebruikersprogramma;
- gebruik de UP / DOWN-knoppen om een van de
trainingsparameters in te stellen: Duur, Afstand,
Calorieën, Hartslag, Watt
- gebruik de knoppen OMHOOG / OMLAAG om alle gegevens van het
trainingsprogramma in te voeren.
Met oefening in uitvoering:
- gebruik de knoppen OMHOOG / OMLAAG om de intensiteit van de
oefening te verhogen of te verlagen (32 aanpassingsniveaus),
Reset knop
Druk op de knop om de enkele gegevens in de
gegevensinstellingsmodus te wissen.
Druk op de knop in de startmodus of de pauzemodus om een
hardloopoefening te annuleren.
BODY FAT-knop
Als er geen training wordt uitgevoerd en het bedieningspaneel
in de stopmodus staat, drukt u op de BODY FAT-knop om de
functie voor het meten van het percentage vet te starten.
AUTO AAN / UIT
Om de console in te schakelen, begint u te trappen om het elektrische
circuit van stroom te voorzien.
Enkele minuten na het einde van de oefening (wanneer u bent gestopt
met trappen) wordt het bedieningspaneel automatisch uitgeschakeld.
CONSOLE FUNCTIES - KNOPPEN
HERSTEL-knop
• Druk na het beëindigen van een oefening op RECOVERY
om de functie Pulsherstel te starten.
Met de RECOVERY-functie kunt u een index verkrijgen van
de verbeteringen die zijn verkregen in de cardiovasculaire
capaciteit, in relatie tot de voortgang van uw training. Het
wordt aanbevolen om wekelijkse tests uit te voeren na
een constante training van 30 minuten, aan het einde
waarvan het nodig is om te stoppen met trappen en op de
RECOVERY-knop te drukken en vervolgens uw handen op
de hartslagsensoren te leggen.
Na 60 seconden aftellen wordt de prestatie-index
weergegeven op het display, te onderscheiden
door zes niveaus.
F1 =UITSTEKENDE prestatie-index F2 =
UITSTEKENDE prestatie-index F3 =GOEDE
prestatie-index F4 =FAIR prestatie-index F5 =
VOLDOENDE prestatie-index F6 =
ONBEvredigende prestatie-index.
Als de hartslagsensoren geen signaal detecteren,
wordt een fout gesignaleerd op het grafische
display.
LICHAAMSVET
HERSTEL
RESET
START STOP
BINNENKOMEN
OMLAAG
OMHOOG
21