Voorwaarde
Mogelijke oorzaak
Het
Mogelijk is het
apparaat
printerstuurprogramma
drukt niet af.
niet goed
(Vervolg)
geïnstalleerd.
Het apparaat werkt
niet goed.
De
De temperatuur en de
afdrukkwalit
luchtvochtigheid in de
eit is niet
omgeving zijn te laag.
goed of niet
Dit kan ertoe
scherp.
bijdragen dat de
afdrukkwaliteit niet
goed is.
De zwarte
Als de zwarte printer-
kleur van de
cassette leeg is,
afdruk is
maakt het apparaat
niet
zwart door de
diepzwart of
resterende drie
vervaagt.
kleurenprinter-
cassettes te
vermengen. Deze
zwartachtige tint zal
echter niet hetzelfde
zijn als echt zwart.
Naarmate de
resterende drie
kleurenprinter-
cassettes leeg raken,
kunnen de kleuren
vervagen.
Het
Mogelijk is de
apparaat
papieroptie die werd
haalt papier
geselecteerd in de
uit de
apparaat-
verkeerde
eigenschappen
papierbron.
verkeerd.
Een
De afdruktaak is
afdruktaak
mogelijk erg complex.
wordt uiterst
langzaam
afgedrukt.
Voorgestelde oplossingen
Herstel de printersoftware.
Raadpleeg Software.
Controleer of het bericht op
het display van het
bedieningspaneel een
systeemfout aangeeft. Neem
contact op met een
medewerker van het
servicecenter.
Ga naar de
printereigenschappen en
wijzig de printertaal op het
tabblad Printer.
In veel softwaretoepassingen
kunt u de papierbron instellen
in het tabblad Papier onder
printereigenschappen.
Selecteer de juiste
papierbron. Raadpleeg de
helpfunctie van het
printerstuurprogramma.
Maak de pagina minder
complex of probeer de
instellingen voor de
afdrukkwaliteit, zoals de
resolutie, aan te passen.
Voorwaarde
Mogelijke oorzaak
De helft van
De afdrukstand werd
de pagina is
mogelijk verkeerd
leeg.
ingesteld.
Het ingestelde
papierformaat stemt
niet overeen met het
formaat van het
papier in de lade.
Het
De printerkabel zit los
apparaat
of is defect.
drukt wel af,
maar de
tekst is niet
correct,
vervormd of
niet
compleet.
Het verkeerde printer-
stuurprogramma is
geselecteerd.
Het programma werkt
niet naar behoren.
Het besturings-
systeem werkt niet
naar behoren.
Als u onder DOS
werkt, is het mogelijk
dat het lettertype voor
uw apparaat niet juist
is ingesteld.
7.11
<Problemen oplossen>
Voorgestelde oplossingen
Wijzig de afdrukstand in uw
programma. Raadpleeg de
helpfunctie van het
printerstuurprogramma.
Controleer of het
papierformaat dat is ingesteld
in het printerstuurprogramma
overeenstemt met het papier
in de papierlade.
Controleer of het
papierformaat dat in het
printerstuurprogramma is
ingesteld, overeenstemt met
het papier dat geselecteerd is
in het programma dat u
gebruikt.
Maak de printerkabel los en
sluit deze opnieuw aan. Druk
een document af dat u eerder
wel correct hebt kunnen
afdrukken. Sluit kabel en
apparaat, indien mogelijk,
aan op een andere computer
en druk een document af dat
u eerder wel correct hebt
kunnen afdrukken. Als dit niet
helpt, sluit u een nieuwe
printerkabel aan.
Controleer in het afdrukmenu
van de toepassing of u de
juiste printer hebt
geselecteerd.
Probeer een document af te
drukken vanuit een ander
programma.
Sluit Windows af en start de
computer opnieuw op. Schakel
de printer uit en weer in.
Wijzig het lettertype. Zie 3.5.