Bedieningshandleiding
FUNCTIETESTS
Beperking rijsnelheid testen
26 Druk de voetschakelaar in.
27 Breng de primaire arm 30 cm omhoog.
28 Verplaats de rij-joystick langzaam naar de
maximale rijstand.
Resultaat: de maximaal haalbare rijsnelheid met
de primaire arm omhoog mag niet hoger zijn dan
30 cm per seconde.
29 Laat de arm neer in de transportstand.
30 Breng de secundaire arm 30 cm omhoog.
31 Verplaats de rij-joystick langzaam naar de
maximale rijstand.
Resultaat: de maximaal haalbare rijsnelheid met
de secundaire arm geheven mag niet hoger zijn
dan 30 cm per seconde.
32 Laat de arm neer in de transportstand.
33 Schuif de primaire arm 30 cm uit.
34 Verplaats de rij-joystick langzaam naar de
maximale rijstand.
Resultaat: de maximaal haalbare rijsnelheid met
de primaire arm uitgeschoven mag niet hoger
zijn dan 30 cm per seconde.
Als de rijsnelheid met geheven of uitgeschoven
primaire arm of geheven secundaire arm hoger is
dan 30 cm per seconde, dient de machine
onmiddellijk te worden voorzien van een label en uit
bedrijf te worden genomen.
18
Rij-inschakelsysteem testen
35 Druk de voetschakelaar in en schuif de primaire
arm in naar de transportstand.
36 Roteer de draaitafel totdat de arm voorbij een
van de achterwielen wordt bewogen.
Resultaat: het indicatielampje
'rijden ingeschakeld' dient te
gaan branden en te blijven
branden zolang de arm zich
in het aangegeven bereik
bevindt.
37 Verplaats de rij-joystick uit het midden.
Resultaat: de rijfunctie mag niet in werking
treden.
38 Houd de rij-tuimelschakelaar naar boven of
beneden vast en verplaats de rij-joystick
langzaam uit het midden.
Resultaat: de rijfunctie dient in werking te
treden.
Opmerking: als het rij-inschakelsysteem in gebruik
is, kan de machine gaan rijden in een richting die
tegengesteld is aan de richting waarin de rij-joystick
wordt bewogen.
Gebruik de kleurgecodeerde
richtingpijlen op de
platformbediening en het
rijchassis om de rijrichting te
bepalen.
Z-30/20N • Z-30/20N RJ
Vijfde uitgave • Eerste druk
Blauw
Geel
Onderdeelnr. 133546DU