De meest gebruikte bedrijfsinstellingen zijn opgenomen
®
in de Automower
Access, zie
pagina 6 . Alle bedieningsmodi zijn beschikbaar in de
®
Automower
Connect-app.
5.1 Product op ON zetten
WAARSCHUWING:
hoofdstuk over veiligheid hebt gelezen en
begrepen voordat u het product gebruikt.
•
Houd het draaiwiel 3 seconden ingedrukt.
•
Gebruik het draaiwiel om de pincode in te voeren.
5.2 Product starten
1.
Druk op de STOP-knop.
2.
Gebruik het draaiwiel om de pincode in te voeren.
3.
Gebruik het draaiwiel om de bedrijfsmodus te
Bedieningsmodi - Start op pagina
selecteren. Zie
26 .
4.
Druk op de knop START.
Let op:
Als het product in het laadstation is
geparkeerd, begint het product te werken wanneer de
accu volledig is opgeladen en wanneer de
instellingen zijn ingesteld voor werking.
Let op:
De eerste weken na installatie kan het
waargenomen geluidsniveau bij het maaien van het
gras hoger zijn dan verwacht. Wanneer het product
het gras enige tijd heeft gemaaid, is het waargenomen
geluidsniveau veel lager.
5.2.1 Bedieningsmodi - Start
5.2.1.1 Hoofdgebied
Gebruik de bedieningsmodus
product automatisch te laten maaien en laden.
5.2.1.2 Bijgebied
Gebruik debedrijfsmodus
bijgebieden te maaien. U moet het product handmatig
verplaatsen tussen het hoofdgebied en het bijgebied.
Het product maait gedurende een geselecteerde
periode, of totdat de accu leeg is.
Let op:
U moet het product handmatig in het
laadstation plaatsen om het op te laden wanneer
het zich in een bijgebied bevindt. Het product rijdt
het laadstation uit en stopt wanneer de accu wordt
26 - Werking
®
Automower
Access op
Zorg dat u het
Schema -
Hoofdgebied om het
Secundair gebied om
5 Werking
opgeladen. U moet een bedrijfsmodus selecteren om
het product te starten.
Let op:
Als u het hoofdgebied wilt maaien nadat
de accu is opgeladen, zet u het product in de modus
Hoofdgebied voordat u het product in het laadstation
plaatst.
5.2.1.3 Negeer schema
Gebruik de bedrijfsmodus
schema -instellingen tijdelijk over te schakelen voor 24
uur of 3 dagen .
5.3 Het product parkeren
1.
Druk op de STOP-knop.
2.
Gebruik het draaiwiel om de pincode in te voeren.
3.
Gebruik het draaiwiel om de parkeermodus te
selecteren. Zie
pagina 26 .
4.
Druk op de knop START.
5.3.1 Bedieningsmodi - Parkeren
5.3.1.1 Parkeer tot nader order
Gebruik de bedrijfsmodus
het product te laten terugkeren naar het laadstation.
Het product blijft in het laadstation totdat u een nieuwe
bedieningsmodus selecteert.
5.3.1.2 Starten bij volgende schema
Gebruik de bedieningsmodus
schema om het product te laten terugkeren naar het
laadstation. Het product blijft in het laadstation tot de
schema-instelling .
volgende
5.3.1.3 Selecteer de duur
Het product keert terug naar het laadstation en blijft daar
gedurende de geselecteerde parkeerduur. Gebruik de
bedieningsmodus om tijdelijk een lopende maaicyclus te
stoppen en het product in het laadstation te laten blijven.
5.3.1.4 Parkeren bij onderhoudspunt (alleen EPOS
installatie)
U kunt het product parkeren bij het onderhoudspunt om
onderhoud aan het product uit te voeren. Het product
wordt geparkeerd bij het onderhoudspunt totdat u een
nieuwe bedrijfsmodus selecteert.
5.4 Product stoppen
1.
Druk op de knop STOP om het product en de
maaimotor te stoppen.
negeer schema om van de
Bedieningsmodi - Parkeren op
Parkeer tot nader order om
Start bij het volgende
2369 - 001 - 05.02.2024
™