11. Sluit het laadstation aan op het stopcontact.
3.5.7 De draad positioneren met krammen
OPGELET:
de begrenzingsdraad en de geleidingsdraad
tegen de grond houden.
OPGELET:
beschadigd raken wanneer het gras meteen
na de installatie te kort wordt gemaaid.
Beschadigingen aan de isolatie zorgen
soms pas weken of maanden later voor
problemen.
1.
Plaats de begrenzingsdraad en de geleidingsdraad
op de grond.
2.
Zet de staken maximaal 75 cm/30 inch van elkaar.
3.
Bevestig de staken in de grond met een (kunststof)
hamer.
Let op:
De draad is na enkele weken overgroeid met
gras en niet meer zichtbaar.
3.5.8 De begrenzingsdraad of
geleidingsdraad ingraven
•
Snijd met een kantsnijder of een rechte schop een
groef in de grond.
•
Plaats de begrenzingsdraad of de geleidingsdraad
1-20 cm/0.4-8 inch in de grond.
3.5.9 Visuele controle van het laadstation
uitvoeren
1.
Controleer of de led-indicator op het laadstation
groen brandt.
2.
Als de led-indicator niet groen is, controleert
u de installatie. Zie
het laadstation voor de installatie van
begrenzingsdraad op pagina 39 en Laadstation
monteren op pagina 16 .
2369 - 001 - 05.02.2024
Zorg ervoor dat de staken
De kabelisolatie kan
Led-indicatielampje van
Installatie met draad - 19