MAN0889_Issue 3_03/13
Searchline Excel Cross-Duct Technische Handleiding
3. Installatie en bediening
Voedingsspanning
Controleer of de toegepaste voedingsspanning voor het toestel zich binnen het bepaalde bereik 18-32 V
(transmitter / ontvanger) of 18-28 V (verwarmd reflectorpaneel) bevindt en stabiel is. Vul hier de voedingsspanning
en de stabiliteit daarvan in, bv.
22,5 V, stabiel,
19V, +2 V fluctuatie
Aarding
Inspecteer de aardverbindingen naar de eenheden. Als de eenheid is verbonden met metalen delen ter plaatse
of met de algemene of veiligheidsaarde, vult u 'Veiligheidsaarde' in. Is de eenheid van metalen delen of de
algemene aarde geïsoleerd en verbonden met een 'schone' instrumentaarde, dan vult u 'Instrumentaarde' in.
(zie hoofdstuk 3.3, Elektrische aansluitingen).
RFI/ EMC
Inspecteer de installatie, bekabeling en de directe omgeving op bekende of potentiële bronnen van krachtige
RF- of elektromagnetische interferentie, zoals radio- of radartransmitterantennes, hoogspanningsschakelsystemen,
grote elektrische generatoren of motoren, e.d.
Searchline Excel Cross-Duct voldoet aan de allerstrengste eisen van EN50270. Het is dan ook waarschijnlijker dat
de veldbekabeling op de 4 - 20 mA en 0 V leidingen storingen oppikt die de meetuitslagen in de controlekamer
beïnvloeden.
Vul hier in het kort bekende of potentiële bronnen van elektromagnetische storingen (EMI) in die zich binnen
een afstand van 5 meter van de gasdetector en/of de bekabeling bevinden. Als kabels niet afgeschermd of
onvoldoende beschermd zijn, noteer dit dan.
Voorbeelden van wat u hier kunt invullen zijn:
10 m kabel, niet-afgeschermd, radar, 2 m van ontvanger,
Kabel loopt langs 400 kW generator
(zie hoofdstuk 3.3, Elektrische aansluitingen).
Verontreinigingen
Inspecteer de installatie en de directe omgeving op bronnen die de vensters van de eenheid kunnen vervuilen,
zoals olienevel, zeewaterschuim, boorsuspensie, walm van uitlaten, rondspattend water, enz.
Is er een reële kans dat dergelijke verontreinigingen problemen kunnen veroorzaken, vul dan een korte
omschrijving in, bv.
Boorsuspensie,
Uitlaat dieselgenerator
Testfilter
Selecteer na voltooiing van de installatieprocedure de DISPLAY-modus en test de systeemrespons van de
gasdetector met een plastic testfilter. Voer de nominale waarde van het testfilter en de reactie dat het toestel
toont in. Bij toekomstige tests gebruikt u hetzelfde testfilter en vergelijkt u de reactie met de waarde die u bij
installatie verkreeg. Zie Hoofdstuk 4, Onderhoud
4 - 20 mA lusintegriteit
Test de the 4 – 20 mA lusintegriteit door een bekende uitgangsstroom op de eenheid te forceren en deze in de
controlekamer te meten met in de lus opgenomen multimeter. Vink het desbetreffende vakje aan.
33