MAN0889_Issue 3_03/13
3. Installatie en bediening
3.2.5 Richting
The Searchline Excel Cross-Duct-toestellen moeten worden gemonteerd op een verticaal en plat oppervlak,
zodat de optische as horizontaal is. Zorg ervoor dat het oppervlak stijf en stevig is. Monteer indien nodig eerst
extra steunen voordat u de eenheid installeert (zie opmerking over trilling hierboven).
Het verwarmde reflectorpaneel moet rechtstreeks tegenover en loodrecht op de optische as van de transmitter
en de ontvanger worden geplaatst. Als de wanden van het luchtkanaal niet zuiver verticaal zijn of niet exact
evenwijdig met elkaar lopen, moet dit bij de montage in het uitgezaagde gat worden gecompenseerd.
Het is af te raden om de Cross Duct Excel boven of onder in het luchtkanaal te monteren. In deze richting zullen
het reflectorpaneel of de transmitter en de ontvanger vatbaar zijn voor het vormen van verontreiniging.
3.2.6 Toegang voor reiniging
Searchline Excel Cross-Duct transmitter en ontvanger en het verwarmde reflectorpaneel moet regelmatig
worden gereinigd. Het reflectorpaneel moet mogelijk van het kanaal worden gedemonteerd om het venster
te reinigen. Het is aan te raden om een toegangspunt in de goot te voorzien naast het reflectorpaneel, zodat
het kan worden gereinigd.
3.3 Elektrische aansluitingen
3.3.1 Algemeen
Searchline Excel Cross-Duct voldoet aan EN50270. Om de conformiteit met deze normen te handhaven, dient
de elektrische installatie van de Excel correct te worden uitgevoerd.
Regels voor elektrische installatie kunnen per land, bedrijf of toepassing verschillen. Welke regels van
toepassing zijn en het toezicht op de naleving daarvan is de verantwoordelijkheid van de ontwerpers van
de elektrische installatie. Wat betreft het ontwerp van de elektrische installatie doet Honeywell Analytics de
volgende aanbevelingen:
a.
Indien mogelijk dient te worden vermeden dat de behuizing van de eenheden wordt aangesloten op
leidingen met veel stoorspanningen (vuileleidingen). De behuizing (die intern is verbonden met de groen-
gele aardedraad) dient bij voorkeur te worden aangesloten op een storingvrij aardingscontact. Zie ook
punt e. hieronder. Met de bijgeleverde isolatiekit kan de Searchline Excel eenvoudig elektrisch van een
'vuile' aarde worden geïsoleerd. Deze kit dient standaard te worden geïnstalleerd, tenzij de plaatselijke
voorschriften dit verbieden.
b.
De kabels naar de eenheden dienen over de hele lengte te zijn afgeschermd. Deze afscherming moet
weer met een storingvrij (schoon) aardingscontact zijn verbonden.
c.
De storingvrije (schone) aardleiding mag op slechts één punt worden verbonden met een veiligheidsaarding
(meestal een vuile aarde), en wel zodanig dat deze geen storing op de storingarme instrumentaarde
veroorzaakt. Aarding via een sterschakeling beperkt de kans op overspraak van aardstromen tot een
minimum.
d.
De afscherming van de veldkabels moet zo worden aangesloten dat er geen aardlussen kunnen ontstaan
en er geen stromen van zware installaties of apparatuur door de afscherming kunnen vloeien.
e.
Waar mogelijk dient de afscherming van de veldkabel te worden verbonden met de groengele aardedraad
(GND) van de detector, zodat er één doorlopende aardingskring ontstaat. Deze aansluiting mag geen
aardlus veroorzaken.
f.
De randaarding dient zodanig te zijn dat de maximale piekspanning tussen de behuizing van de detector
en een willekeurige geleider in de veldkabel minder dan 350 V bedraagt. Hogere spanningen kunt de RFI-
beschermingsfilters van de eenheid onherstelbaar beschadigen.
g.
Gebruik bij voorkeur één afgeschermde kabel voor elke detector; dit garandeert een maximale afscherming
en een minimale overspraak. Aansluiting van meerdere detectoren via één kabel beïnvloedt de afscherming,
vergroot de kans op overspraak en sluit een echte steraardeconfiguratie uit.
Searchline Excel Cross-Duct Technische Handleiding
14