MAN0889_Issue 3_03/13
3. Installatie en bediening
3.4.2 Stroomtoevoeraansluitingen - turboverwarming uitgeschakeld
Wanneer aangesloten zoals afgebeeld in hoofdstuk 3.3 Aansluitingen transmitter en ontvanger is de
turboverwarmingsmodus voor de transmitter ingeschakeld.
Dit houdt in dat het venster bij lage omgevingstemperaturen wordt verwarmd om condensvorming, bevriezing
of sneeuwaanslag tegen te gaan.
Als de installatie niet verwarmd hoeft te worden, kan energie worden beperkt door de verwarming uit te
schakelen.
De verwarming wordt uitgeschakeld door de stroomaansluitingen van de transmitter om te draaien, zoals het
volgende schema laat zien. Alle andere aansluitingen blijven gelijk.
Transmitteraansluitingen
Keer deze aansluitingen om om de
turboverwarming uit te schakelen
Zwart 0 V
Rood +24 V
Groen / GND
Geel
Opmerkingen:
1.
Alleen transmitters hebben een turboverwarming die kan worden uitgeschakeld. De ontvanger heeft
een proportionele verwarming die niet kan worden uitgeschakeld.
2.
Als de turboverwarming is uitgeschakeld, blijft de normale verwarming van het transmittervenster
wel gewoon werken.
3.
Draai de stroomaansluitingen van de ontvanger niet om. De ontvanger wordt hierdoor niet beschadigd,
maar werkt alleen niet meer.
Searchline Excel Cross-Duct Technische Handleiding
Aansluitdoos
+24V DC voeding
0V DC voeding
19
Aansluitingen regelkast
Kabel-
afscheiding
Tx +24V
Tx 0V
Instrumentaarde
('schoon')