De camera gebruiken
De camera activeren
•
Druk vanuit stand-by op
Een foto maken
1
Activeer de camera en druk de
navigatietoets omhoog of omlaag
om naar
.
2
Druk op
om een foto te maken.
3
De foto wordt automatisch opgeslagen.
Een videoclip opnemen
1
Activeer de camera en druk de
navigatietoets omhoog of omlaag
om naar
.
2
Druk op
om de opname te starten.
3
Druk op
om de opname
te stoppen. De videoclip wordt
automatisch opgeslagen.
Neem nooit op met een sterke lichtbron
op de achtergrond. Gebruik een statief
of de zelfontspanner om wazige foto's
te vermijden.
De zoomfunctie gebruiken
•
Druk de volumetoets naar links of rechts.
De helderheid aanpassen
•
Druk de navigatietoets naar links of
rechts.
This is the Internet version of the User guide. © Print only for private use.
Foto's bekijken
1
Activeer de camera en selecteer
2
Ga naar het item.
.
Meer camerafuncties
Met Foto fix kunt u een onderbelichte
foto corrigeren.
Camerapictogrammen en -instellingen
Pictogrammen op het scherm geven
aan wat de huidige instelling is. Meer
camera-instellingen vindt u in Opties.
Instellingen wijzigen
•
Activeer de camera en selecteer
Informatie over instellingen weergeven
•
Blader naar een instelling
en selecteer
Snelkoppelingen voor de camera
Toets
.
Snelkoppeling
Fotocamera:
Fotomodus
Videocamera:
Videolengte
Nachtmodus
Zelfontspanner
Overzicht cameratoetsen
Inzoomen
Uitzoomen
Afbeeldingen
.
.
51