83240807 1/2016-04 La
Montage- en bedieningsrichtlijnen
Gasbrander WG20.../1-C LN
7 Inbedrijfstelling
3. Verbranding instellen
Bij het regelen de vermogengegevens van de ketelproducent en het arbeidsveld
van de brander in acht nemen [hfst. 3.4.6].
CO-gehalte van de verbranding controleren en evt. verbrandingswaarde via
luchtklep en/of stuwschijf aanpassen. Daarbij de bepaalde mengdruk in acht
nemen.
Vereist gasdebiet (werkingsvolume V
Insteldruk optimaliseren tot gasdebiet (V
Verbrandingswaarden controleren.
Verbrandingsgrenzen bepalen en luchtovermaat via luchtklep en/of stuwschijf
instellen [hfst. 7.5].
Gasdebiet opnieuw bepalen en evt. aanpassen.
Luchtovermaat opnieuw instellen.
4. Startgedrag controleren
Brander uitschakelen en opnieuw starten.
Branderstart controleren en evt. ontstekingslastinstelling verbeteren.
Als de ontstekingslastinstelling veranderd werd:
Branderstart opnieuw controleren.
43-92
) berekenen [hfst. 7.6].
B
) bereikt is.
B