4 Montage en aansluiting
4.1 Montagevoorschriften
Voor het plaatsen van deze installatiekast zijn er een aantal aandachtspunten:
4.2 Kastafmetingen en wartels
De kastafmetingen en plaatsing van de wartels, worden bepaald door het aantal pompen.
4.3 Controlelijst bij inbedrijfstelling
Onderstaande controlelijst kan worden gebruikt om snel en eenduidig de installatie en werking
te toetsen:
APP300s Gemaalbesturingskast
Montage altijd in buitenkast.
l
Hou voldoende ruimte voor het opendraaien van de kastdeur. Monteer de kast zoveel
l
mogelijk aan de rechterzijde van de buitenkast en zorg voor minimaal 8 cm vrije ruimte
aan de linkerzijde.
Hou rekening met voldoende ruimte in de buitenkast voor het doorvoeren van alle
l
bekabeling.
In de installatiekast wordt standaard een overbelastingsrelais (thermisch blok) van 4...6
l
A gemonteerd.
LET OP:
Voor pompen met een lagere aansluitwaarde wordt bij elke installatiekast een extra
overbelastingsrelais van 2,5...4 A meegeleverd. Plaats deze indien nodig.
1 pomp
300x400
1. Staat het overbelastingsrelais ingesteld op 'Automatisch' (p.18)?
2. Indien LON: communiceert de kast met de moederkast?
Afbeelding 7 - Kastafmetingen en wartels
4 Montage en aansluiting
2 pompen
400x400
17