4. Klik op Naar het BIOS gaan. Er verschijnt een venster waarin wordt aan-
5. Klik op Ja. De computer wordt opnieuw opgestart en het scherm van het
6. Ga, met behulp van de cursortoetsen, naar de optie die u wilt wijzigen.
7. Breng de gewenste wijzigingen aan. Om de waarde van een optie te wijzi-
8. Druk op F3 of Esc om het submenu weer te verlaten. Als u in een genest
9.
Vooraf geïnstalleerde software herstellen
De vaste schijf van de computer beschikt over een verborgen, beschermd
gebied waarin zich backups bevinden. In dit gebied bevindt zich een volle-
dige backup van de vaste schijf zoals die bij fabricage is gemaakt, alsmede een
programma met de naam ThinkVantage Rescue and Recovery.
Als u een backupbewerking hebt uitgevoerd met het programma Rescue and
Recovery, dan hebt u tevens minimaal één backup die de inhoud van de vaste
schijf op een specifiek moment bevat. Een dergelijke backup kan op de vaste
schijf, op een netwerkschijf of op een verwisselbaar opslagmedium staan;
dit is afhankelijk van de opties die u bij het maken van de backup hebt gese-
lecteerd.
onderbreken door op de blauwe Access IBM-knop te drukken, drukt u op
die knop. Het werkgebied van Rescue and Recovery verschijnt.
gegeven dat het systeem opnieuw moet worden opgestart.
programma BIOS Setup Utility verschijnt.
Als u een beheerderswachtwoord hebt ingesteld, verschijnt het menu van
het programma BIOS Setup Utility pas nadat u het wachtwoord hebt inge-
voerd. U kunt het programma weliswaar ook starten door op de Enter-
toets te drukken in plaats van het beheerderswachtwoord op te geven,
maar dan kunt u de door het wachtwoord beschermde instellingen niet
wijzigen. Voor meer informatie kunt u de online Help raadplegen.
Wanneer de gewenste optie geaccentueerd wordt, drukt u op Enter. Er ver-
schijnt een submenu.
gen, gebruikt u de toetsen F5 en F6. Als de optie een submenu heeft, kunt
u dit oproepen door op Enter te drukken.
submenu zit, drukt u net zo vaak op de Esc-toets totdat u weer in het
hoofdmenu van het programma BIOS Setup Utility terechtkomt.
Opmerking: Als u de instellingen weer terug wilt zetten op de oorspron-
kelijke waarden, drukt u op F9 om de standaardinstellingen te laden. U
kunt ook een optie in het vervolgmenu "Restart" selecteren om de
standaardwaarden te laden of de wijzigingen ongedaan te maken.
Selecteer Restart en druk op Enter. Plaats de cursor op de gewenste optie
voordat u de computer opnieuw opstart; druk daarna op Enter. De com-
puter wordt opnieuw opgestart.
Computerproblemen oplossen
Hoofdstuk 2. Computerproblemen oplossen
31