u de PC-kaart, of schakelt u de PC-kaartsleuf uit. Klik in de taakbalk op
het pictogram Hardware veilig verwijderen (voor Windows XP) of
Hardware ontkoppelen of uitwerpen (voor Windows 2000).
v Als de slaapstand niet is ingeschakeld. U schakelt het als volgt in:
1. Start het programma ThinkPad Configuratie.
2. Klik op Energiebeheer.
3. Klik op de tab Slaapstand.
Selecteer het selectievakje voor ondersteuning van de slaapstand.
4.
5. Klik op OK.
Opmerking: U kunt de slaapstand alleen activeren door op Fn+F12 te
Problemen met het LCD-scherm
Probleem:
Er verschijnt niets op het scherm.
Oplossing:
v Met Fn+F7 kunt u het beeld op het LCD-scherm herstellen.
Opmerking: Als u de toetscombinatie Fn+F7 gebruikt voor het activeren
v Als u werkt met de AC-adapter of de batterij, en het (groene) lampje
voor de batterijstatus is aan, kunt u met Fn+Home een lichter beeld krij-
gen.
v Als het (groene) statuslampje voor de spaarstand Standby aan is, kunt u
met de knop Fn het systeem uit de spaarstand Standby halen.
v Als het probleem hierdoor niet wordt verholpen, volg dan de aanwijzin-
gen in de kolom Oplossing voor het onderstaande probleem.
Probleem:
De weergave op het scherm is onleesbaar of vervormd.
Oplossing:
Zorg ervoor dat:
v Het beeldschermstuurprogramma op de juiste manier is geïnstalleerd.
De schermresolutie en de kleurdiepte goed zijn ingesteld.
v
v Het beeldschermtype goed is ingesteld.
U kunt deze instellingen als volgt controleren:
1. Klik met de rechter muisknop op het bureaublad, klik op Eigenschap-
pen en kies vervolgens de tab Instellingen.
2.
Controleer of de schermresolutie en de kleurdiepte goed zijn ingesteld.
3. Klik op Geavanceerd.
drukken als het energiebeheerprogramma voor Windows
2000 of Windows XP is geïnstalleerd.
van een presentatieschema, druk dan binnen drie seconden
ten minste driemaal op Fn+F7 om het beeld op het
computerscherm te herstellen.
Computerproblemen oplossen
Hoofdstuk 2. Computerproblemen oplossen
23