Onderhoud
brandstofsysteem
Onderhoud van de
brandstoftank
Onderhoudsinterval: Om de 2 jaar—Brandstoftank
aftappen en reinigen.
De tank moet worden afgetapt en gereinigd als
het brandstofsysteem vervuild raakt of wanneer de
machine voor langere tijd wordt opgeslagen. Gebruik
schone brandstof om de tank uit te spoelen.
Brandstofleidingen en
-verbindingen controleren
Onderhoudsinterval: Om de 400 bedrijfsuren/Jaar-
lijks (houd hierbij de kortste periode
aan)
De leidingen en aansluitingen controleren op slijtage,
beschadigingen of loszittende verbindingen.
Waterafscheider aftappen
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
1.
Plaats een schone opvangbak onder het
brandstoffilter.
2.
Draai de aftapplug onder de filterbus los
58).
Figuur 58
1. Waterafscheider/filterbus
2. Ontluchtingsplug
3.
Draai de plug weer vast na het aftappen.
(Figuur
g009880
3. Aftapventiel
Brandstoffilterbus
vervangen
Onderhoudsinterval: Om de 400 bedrijfsuren
1.
Reinig de omgeving van de plaats waar de
filterbus wordt gemonteerd
2.
Verwijder de filterbus en reinig de plaats waar
deze wordt gemonteerd.
3.
Smeer schone olie op de pakking van de
filterbus.
4.
Monteer de filterbus met de hand totdat de
pakking contact maakt en draai deze vervolgens
nog een halve slag verder.
Injectors ontluchten
Opmerking:
Deze procedure mag uitsluitend
worden toegepast als het brandstofsysteem is ontlucht
met behulp van de normale ontluchtingsprocedures
en de motor niet start; zie
ontluchten (bladz.
34).
1.
Draai de leidingconnector naar spuitmond nr. 1
en de houder los.
1. Brandstofinjectors
2.
Zet de gashendel op Snel.
3.
Draai het sleuteltje naar de stand S
hoe de brandstof om de connector stroomt.
Draai het sleuteltje op U
ononderbroken straal brandstof ziet.
4.
Draai de leidingconnector goed vast.
5.
Herhaal deze procedure bij de overige
verstuivers.
46
(Figuur
58).
Het brandstofsysteem
Figuur 59
TART
wanneer u een
IT
g008913
en kijk