1.
Selecteer de maaihoogte waarop de
maai-eenheden zijn ingesteld.
2.
Kies de rijsnelheid die het meest geschikt is voor
de maaiomstandigheden.
1. Afstelling van messenkooi met 8 messen
2. Afstelling van messenkooi met 11 messen
3.
Raadpleeg de tabel op de stickers met
messenkooitoerentallen
36) om het juiste messenkooitoerental te
bepalen.
Figuur 35
Model 03820
3. Lees de Gebruikershandleiding voor informatie over de
afstelling van de messenkooi.
32
(Figuur 35
en
Figuur
decal121-7884