HET BESTANDSGEHEUGEN GEBRUIKEN
U kunt maximaal 50 van uw meest gebruikte labels opslaan in het bestandsgeheugen.
Elk label wordt opgeslagen als een bestand, waardoor u uw label snel op kunt halen als
u het weer nodig hebt.
Als u een bestand wilt opslaan terwijl het bestandsgeheugen vol is, moet u één van uw opgeslagen bestanden
overschrijven.
1
Nadat u de tekst en opmaak van het label hebt ingevoerd, drukt u op de toets Bestand
om het scherm Bestand weer te geven.
2
Selecteer "Opslaan" met behulp van de toets
3
Druk op OK of Enter. Er wordt een bestandsnummer weergegeven.
Als er al een label is opgeslagen met dat bestandsnummer, wordt ook de labeltekst
weergegeven.
4
Selecteer een bestandsnummer met de toets
Enter om het label op te slaan met het geselecteerde bestandsnummer.
Het bestand wordt opgeslagen en het scherm keert terug naar het tekstinvoerscherm.
Als er als een bestand was opgeslagen met het geselecteerde bestandsnummer, worden die gegevens
overschreven door het bestand dat u nu opslaat.
• Druk op de Escape-toets om terug te keren naar de vorige stap.
• U kunt maximaal 200 tekens opslaan in één bestand. Het aantal tekens dat kan worden opgeslagen, kan
echter soms verschillen, bijvoorbeeld bij het invoeren van symbolen.
• Zie "Automatische-opmaakindelingen gebruiken" op pagina 40 om een label op te slaan dat gemaakt is
met de Automatische-opmaakindelingen.
1
Druk op de toets Bestand om het scherm Bestand weer te geven.
2
Selecteer "Openen" met behulp van de toets
3
Druk op OK of Enter. Het bestandsnummer van een opgeslagen label wordt
weergegeven.
De labeltekst wordt ook weergegeven zodat u het label kunt herkennen.
4
Selecteer een bestandsnummer met de toets
Enter om het geselecteerde bestand te openen. Het bestand wordt geopend en
weergegeven in het tekstinvoerscherm.
56
Een label opslaan in het geheugen
Een label opslaan in het geheugen
Een opgeslagen labelbestand openen
of
.
of
, en druk vervolgens op OK of
of
.
of
, en druk vervolgens op OK of