Inhoudsopgave
Advertenties
AAN DE SLAG GAAN
14. Cursor (
Hiermee beweegt u de cursor in de
richting van de pijl.
15. OK
Hiermee selecteert u de weergegeven
optie.
16. Letter
• Gebruik deze toetsen om letters of
cijfers te typen.
• In combinatie met de Hoofdletter-
of Shift-toets kunt u met deze toetsen
ook hoofdletters en symbolen
invoeren.
17. Backspace
Hiermee wordt het teken links van de
cursor verwijderd.
18. Shift
Gebruik deze toets in combinatie met de
letter- en cijfertoetsen om hoofdletters of
de symbolen die op de cijfertoetsen te
typen.
18
LCD-display en toetsenbord
)
19. Hoofdletters
Hiermee schakelt u de
hoofdlettermodus in en uit.
20. Accenttoets
Hiermee kunt u een teken met een
accent selecteren en invoeren.
21. Spatietoets
• Hiermee voert u een spatie in.
• Zet een instelling terug naar de
standaardwaarde.
22. Streepjescode
Hiermee opent u het instelscherm voor
streepjescodes.
23. Enter-toets
• Hiermee gaat u naar een nieuwe regel
tijdens het invoeren van tekst.
• In combinatie met de Shift-toets voert
u hiermee een nieuw blok in.
Advertenties
Inhoudsopgave
