4
INBEDRIJFSTELLING EN PARAMETRERING
4.2
Zend-ontvangsteenheid installeren
4.2.1
Zend-ontvangsteenheid op spoelluchttoevoer aansluiten
4.2.2
Zend-ontvangsteenheid op het kanaal monteren en aansluiten
54
GEBRUIKSAANWIJZING | DUSTHUNTER SB
▸
Controleer of de spoelluchttoevoer gegarandeerd is (de stromingsrichting moet kloppen
en de spoelluchtslang stevig op het aansluitstuk zitten).
▸
Bij spoelluchttoevoer door besturingseenheid MCU-P of de optie externe
spoelluchteenheid moet de spoelluchtslang DN 40 op het aansluitstuk aan de zend-
ontvangsteenheid worden geschoven en met klemband worden vastgezet.
Montage zonder weerkap
▸
Leg de pakking op de flens met buis, plaats de zend-ontvangsteenheid in de flens met
buis en bevestig met de montage-set.
Aansluitingen voor aansluitleidingen naar de MCU en spoelluchtslang moeten zich
altijd onderaan bevinden
▸
Sluit de aansluitleiding naar de MCU aan op de connector en schroef stevig vast.
Montage met weerkap
▸
Leg de pakking (1) op de flens met buis (2), plaats de zend-ontvangsteenheid (8) in de
flens met buis en bevestig aan de onderste bouten (6).
▸
Plaats de bodemplaat (3) op de flens met buis (2) en bevestig aan de bovenste bouten
(4).
Afb. 29: Montage van de bodemplaat voor weerkap
(zie "Onderdelen DUSTHUNTER SB", pagina
Pakking
Flens met buis
Bodemplaat
Bovenste bouten
Flens met buis
Onderste bouten
Kanaal
Zend-ontvangsteenheid
16).
8014430/YWL2/V3-0/2016-08| SICK
Wijzigingen en correcties voorbehouden