Onderhoud van de
zekeringen
De elektrische installatie is beveiligd door middel van
zekeringen. Het behoeft geen onderhoud. Als er
echter een zekering doorbrandt; controleer dan het
onderdeel en het circuit op een storing of kortsluiting.
De zekeringen bevinden zich op de rechter
bedieningseenheid naast de stoel
1.
Om een zekering te vervangen, trekt u de
zekering eruit om deze te verwijderen.
2.
Monteer een nieuwe zekering
Figuur 54
1. Zekeringdeksel
2. Zekeringhouder
(Figuur
54).
(Figuur
54).
g036858
3. Brandstofklep
Onderhoud
aandrijfsysteem
Veiligheidsgordel
controleren
Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks
Controleer de veiligheidsgordel op slijtage en
sneden en controleer de juiste werking van het
terugtreksysteem en de sluiting. Vervang de
veiligheidsgordel als deze is beschadigd.
De sporing afstellen
1.
Schakel de messchakelaar (aftakas) uit.
2.
Rijd naar een open, vlak gebied en zet de
rijhendels in de
3.
Zet de gashendel halverwege tussen L
en S
.
NEL
4.
Zet beide rijhendels vooruit tot aan de aanslag
in de T-sleuf.
5.
Controleer de sporing van de machine.
6.
Als de machine naar rechts spoort, steek dan
een inbussleutel van 3/16" door de opening in de
afdekplaat links vooraan en draai de stelschroef
van de sporing links- of rechtsom om het bereik
van de hendel af te stellen
7.
Als de machine naar links spoort, steek dan
een inbussleutel van 3/16" door de opening
in de afdekplaat rechts vooraan en draai de
stelschroef van de sporing links- of rechtsom om
het bereik van de hendel af te stellen
8.
Rij met de machine en controleer of ze recht
spoort.
9.
Stel net zo lang af totdat u de gewenste sporing
verkrijgt.
49
VERGRENDELDE NEUTRAALSTAND
(Figuur
55).
(Figuur
.
ANGZAAM
55).