17.
Plaats de afdichtinghouders op de wielnaaf en
steek het wiel in de zwenkwielvork.
18.
Monteer de zwenkwielbout en draai de moer
volledig vast.
Belangrijk:
Controleer de afstelling van het
lager regelmatig om schade aan de afdichting
en het lager te voorkomen. Draai het zwenkwiel
rond. Het wiel mag niet vrij ronddraaien (meer
dan 1 of 2 omwentelingen) of zijspeling hebben.
Als het wiel blijft doordraaien, moet u de torsie
van de afstandsmoer afstellen totdat het wiel
lichte weerstand ondervindt. Breng nog een laag
afdichtkit aan.
Onderhoud motor
Veiligheid van de motor
•
Houd uw kleding, gezicht, handen, voeten
en andere lichaamsdelen uit de buurt van de
geluiddemper en andere hete oppervlakken. Laat
de onderdelen van de motor afkoelen voordat u
onderhoudswerkzaamheden uitvoert.
•
Verander de snelheid van de toerenregelaar niet
en laat de motor het maximale toerental niet
overschrijden.
Onderhoud van het
luchtfilter
Onderhoudsinterval: Om de 250 bedrijfsu-
ren—Vervang het voorfilter (dit moet
vaker gebeuren als de machine
wordt gebruikt in stoffige of vuile
omstandigheden).
Om de 250 bedrijfsuren—Controleer het
veiligheidsfilter (dit moet vaker gebeuren als
de machine wordt gebruikt in stoffige of vuile
omstandigheden).
Om de 500 bedrijfsuren—Vervang het
veiligheidsfilter (dit moet vaker gebeuren als
de machine wordt gebruikt in stoffige of vuile
omstandigheden).
Opmerking:
Het luchtfilter moet vaker een
onderhoudsbeurt krijgen als de machine wordt
gebruikt in buitengewoon stoffige of zanderige
omstandigheden.
Filters verwijderen
1.
Parkeer de machine op een horizontaal
oppervlak, schakel de aftakas uit en stel de
parkeerrem in werking.
2.
Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje
en wacht totdat alle bewegende onderdelen
tot stilstand zijn gekomen voordat u de
bestuurderspositie verlaat.
3.
Maak de sluitingen op het luchtfilter los en trek
het luchtfilterdeksel van de luchtfilterbehuizing
(Figuur
41).
40