5. Giet langzaam ongeveer 80 % van de gespecificeerde
olie in de vulbuis en voeg langzaam de rest van de olie
toe tot het peil de markering Vol bereikt (Figuur 40).
1
3
5
6. Start de motor en rijd naar een vlak gebied. Controleer
het oliepeil opnieuw.
Motoroliefilter vervangen
Onderhoudsinterval: Om de 200 bedrijfsuren
Opmerking: Vervang het oliefilter van de motor vaker
als de machine wordt gebruikt in zeer stoffige of zanderige
omstandigheden.
1. Tap de motorolie af; zie Motorolie verversen.
2. Vervang het motoroliefilter (Figuur 41).
2
4
6
G008796
Figuur 40
1
3
5
Opmerking: Controleer of de pakking van het
oliefilter contact maakt met de motor en draai nog 3/4
slag extra vast.
3. Vul het carter met het juiste type verse olie; zie
Motorolie verversen.
Onderhoud van de bougie
Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren
Controleer of de elektrodenafstand correct is voordat u
de bougie monteert. Gebruik een bougiesleutel voor het
(de)monteren van de bougie(s) en een voelermaat voor het
meten en afstellen van de elektrodenafstand. Monteer indien
nodig nieuwe bougies.
Type bougie: NGK
®
Elektrodenafstand: 0,75 mm
36
G017452
2
4
6
3/4
Figuur 41
BPR4ES of gelijkwaardig
G008748