linker buitenkant van de behuizing. Raadpleeg NFPA 20 voor de juiste procedure voor de detec-
tieleiding tussen het pompsysteem en de controller. Als er een afvoer aanwezig is, is de aan-
sluiting op de afvoer een conische aansluiting voor plastic buizen.
Elektrische aansluitingen maken
Controllers van brandbluspompen met dieselmotor moeten worden gevoed door een speciale
bron die is voorzien van een zekering of stroomonderbreker. Controleer het label op de kast om
de juiste bescherming te kiezen. Volg bij het aansluiten of loskoppelen van de controller altijd
deze procedure: sluit beide batterijen aan voordat u de netvoeding aansluit. Koppel de netstroom
los voordat u de batterijen loskoppelt. Het loskoppelen van de batterijen als de netstroom nog is
aangesloten, kan leiden tot ernstige schade aan de printplaten van de controller.
Belangrijke voorzorgsmaatregelen
Een bevoegd elektricien moet toezicht houden op de elektrische aansluitingen. De maat-
tekeningen tonen het gebied dat geschikt is voor aansluiting van de inkomende stroom en de
motor. Er mag geen andere locatie worden gebruikt. Vanwege de NEMA- of IP-classificatie van
de kast mogen bij het binnengaan van de kast alleen waterdichte naafkoppelingen worden
gebruikt.
De installateur is verantwoordelijk voor adequate bescherming van de onderdelen
van de Dieselbrandbluspomp controller tegen metaalpuin of boorspanen. Nalaten
hiervan kan leiden tot letsel bij personeel, schade aan de controller en vervallen
van de garantie.
Voorafgaand het maken van veldverbindingen
1. Open de deur van de behuizing en controleer de interne componenten en bedrading op
tekenen van gerafelde of losse draden of andere zichtbare schade.
2. Ga na of de controllerinformatie overeenkomt met wat vereist is voor het project:
1. Firetrol catalogusnummer
2. Spanning, capaciteit en chemische samenstelling van de batterij komen overeen met
die van de controller
3. De projectinstallateur dient alle benodigde bedrading te leveren voor veldaansluitingen con-
form de National Electrical Code, de plaatselijke elektrische code en andere bevoegde
instanties.
4. Raadpleeg de juiste tekening met veldaansluitingen voor bedradingsinformatie.
Procedure
Alle veldaansluitingen, alarmfuncties op afstand en stroomdraden worden de kast bin-
nengebracht via de bovenste of onderste doorvoeropeningen, zoals aangegeven op de maat-
tekening.
Plaats geen buisingangen aan de zijkanten van de kast, tenzij een wartelplaat is voorzien.
1. Maak met een pons een gat in de behuizing voor het formaat leiding dat wordt gebruikt.
2. Installeer de benodigde leidingen.
V2024.02
10